Quo vadis?

Hype, mode of rage: hoe je het ook noemt, de hedendaagse biervariatie is het allemaal niet. Althans, als het aan mij ligt. Ik zet me daar in ieder geval – u kent me inmiddels mogelijk een beetje – met mijn bierige activiteiten voor in. Informeren en enthousiasmeren, met als doel een bestendige, gezond glanzende, alom aanwezige biervariatie. Op die horizon hou ik mijn stuurwiel gericht, al varend over de woelige, blond schuimende baren.

Het is aardig om van tijd tot tijd eens te kijken hoe het dan met die biervariatie staat. Hierbij een paar onderwerpen die als thermometer kunnen fungeren. Plus mijn rapportcijfer.

Variatie

Bieren raken sneller retired dan Lucky Luke zijn pistool kan trekken. Ik schreef er al eerder over. En ook hier kun je er bijvoorbeeld over lezen. Maar het tij gaat mogelijk keren. Ik hoor steeds meer om me heen dat men dat wel een beetje zat is, en verlangt naar een stabiele en mooie core range aan bieren. Een roep vanuit consumenten dus, en dat is interessant. De ommekeer in de biervariatie is gestart met een aantal pioniers die vonden dat het anders moest. Nu is het dus juist de beurt aan de aanbodkant (brouwerijen, café’s, winkels) om hier een antwoord op te formuleren. Het lijkt me anders voor die partijen ook onhoudbaar om telkens weer met iets nieuws aan te moeten komen om de tickerdrift te bevredigen.

Laten we ons overigens wel realiseren dat een heel groot deel van de bierdrinkers nauwelijks of helemaal niet met biervariatie bezig is. Deze hele discussie heeft dus wel trekken van een achterhoedegevecht, maar wel een waarvan de uitkomst een positieve invloed kan hebben op het verspreiden van de biervariatie. Ik denk namelijk dat iedereen in de bierketen gebaat is bij wat meer stabiliteit en rust. Het vergroot de herkenbaarheid en nodigt meer uit tot het ontdekken van biervariatie. Overspannen drukte en malligheid doen dat niet. Less is more.

Cijfer: 6-

Aantal brouwerijen

Het groeit maar door, al hoor je steeds meer geluiden dat de groei afvlakt. Vaak is dat een self-fulfilling prophecy, want op basis van de getallen (zie bv. deze fraaie grafiek van de Stichting Erfgoed Nederlandse Biercultuur) is het nog te vroeg voor een conclusie. Maar wat groeit er eigenlijk door? Het aantal brouwerijen, of het aantal bedrijven dat op de een of andere manier tot doel heeft het op de markt brengen van bier? De zogenaamde huurbrouwers, bierfirma’s, gypsy brewers dus? Het antwoord is: beide.

Is dat erg? Volgens mij niet. Zolang er niet geheimzinnig wordt gedaan over de herkomst van het bier, of erger nog gelogen, is er niet zo veel aan de hand. (Etiketbieren zijn overigens een soort van leugen.) Toch is het woord ‘huurbrouwer’ als een instabiele brisantgranaat op de zogenaamde social media. Zodra het woord valt, worden stellingen ingenomen en meningen in rap tempo afgevuurd. Strekking is vaak dat huurbouwers geen echte ondernemers zijn, zich er maar gemakkelijk van af maken, geen risico nemen, alleen maar naar spreadsheets kijken en vooral bezig zijn met hun volgende lease-auto. Het is wat karikaturaal en volgens mij niet waar: een bedrijf beginnen om een bier op de markt te brengen om daarmee geld te verdienen (alle brouwers moeten geld verdienen, anders houden ze op te bestaan) ís ondernemen. Ook als je elders je bier laat maken, want ook dat kost namelijk geld. En als je niet genoeg geld hebt voor eigen kit, dan huur je die. Net als een huis.

Het feit dat je huurbrouwer bent, zegt niets over je intenties. Je kunt net zo goed uit liefde voor het bier als huurbrouwer starten, met de ambitie om ooit eigen ketels te hebben. Zo is een aanzienlijk deel van de hedendaagse Nederlandse brouwerijen ook begonnen. Beoordeel iemand op het handelen en de daadwerkelijke intenties, niet op de diepte van zijn of haar zakken. Misschien vind ik een huurbrouwer wel sympathieker dan iemand die met geleend geld een paar ton goedkoop en extra-vervuilend geproduceerd roestvrij staal uit China laat overvaren.

Voor mij is de huurbrouwer-discussie niet relevant. Ook dit is een achterhoedegevecht; de overgrote meerderheid van de bierdrinkers zal het geen biet boeien.

Opgetekend uit de glazen bol: ik denk zelf dat het aantal van 700 brouwerijen waar we nu op afkoersen veel te veel is voor een landje als het onze. Met minder dan de helft zijn we meer dan goed bedeeld. Misschien is 100 wel genoeg. Als ze maar een gevarieerd, kwalitatief, goed verkrijgbaar en betaalbaar assortiment op de markt zetten.

Cijfer: 7-

Bierberichten

Het aantal bierberichten dat in mainstream media verschijnt groeit. En dat gaat niet altijd maar over economische aspecten, maar steeds vaker over het bier zelf. Toch zijn het incidentele berichten. Er is maar een krant die structureel over bier publiceert (inderdaad, die); het is toch vooral wijn wat de klok slaat op de redactionele pagina’s die ingeruimd zijn voor culinaria. In restaurantrecensies zul je niets vinden over bier-spijs combinaties (nouja, Bar Alt te Amsterdam is in NRC en Het Parool gerecenseerd). Culinaire tijdschriften besteden mondjesmaat aandacht aan bier. Horeca-vaktijdschriften als Entree Magazine en Misset Horeca en Mitra’s magazine doen het wat dat betreft beter, en ook de jaarlijkse Hop! van Albert Heijn is natuurlijk een hele mooie opsteker. Maar al met al kan het een stuk beter.

Cijfer: 6-

Logistiek

En dan heb ik het over de manier waarop het bier aan de man wordt gebracht. Dat is matig te noemen. Bierwinkels zitten nog altijd op zo lastig mogelijk te bereiken plekken – waarom kent Nederland geen zaken zoals Bierparadijs, Dranken De Caigny of Bierhalle DeConinck die België wel kent? In supermarkten moeten we aanklooien met losse flesjes (blik vindt men nog te eng), want kartonnen traytjes worden nog steeds niet beschikbaar gesteld. (Update: laatst in de AH gezien: Brand traytjes! Alleen voor Brand bier dus).

Er zijn natuurlijk online shops. Dat werkt wel, maar kent ook nadelen. Je kunt niet even op het etiket kijken, en je kunt geen advies vragen.

Overigens worden er pogingen ondernomen om consumenten op te voeden in bier met behulp van zogenaamde smaakcategorieën. U weet wel, ‘fris en fruitig’ of ‘zwaar en robuust’. Goed bedoeld, maar het leidt tot ernstige versimpelingen en brengt bieren tezamen die meer van elkaar verschillen dan de gedeelde categorie doet vermoeden. Ik blijf er bij: een basale kennis der bierstijlen is het enige dat helpt. Als we chardonnay, chablis en champagne van elkaar kunnen onderscheiden, dan kan dat ook met stout, saison en schwarzbier. Degelijke kennis van zaken bij het personeel in winkels en horeca is het startpunt. En dat…  ja, dat kan wel een impuls gebruiken. U heeft gelijk.

Cijfer: 5

Kwaliteit

Simpel: die wordt in het algemeen steeds beter. Vooral doorgaan! Ook belangrijk: steeds meer wordt gezien dat bierwedstrijden (zoals Dutch Beer Challenge) helpen bij het scheiden van kaf en koren. De bierdrinker wordt mede dankzij initiatieven als deze beter behoed voor een miskoop. Dit staat natuurlijk los van persoonlijke smaak, maar wie dit stukje leest snapt het verschil tussen “goed” en “lekker” vast wel. Maar wat is kwaliteit dan? Dat is voldoen aan de verwachtingen. Consistentie (het bier smaakt over een jaar hetzelfde als vandaag), een informatief etiket dat overeenkomt met de inhoud (inclusief aanduiding van de bierstijl, inderdaad, u kent me wel een beetje), geen knollen voor citroenen (bijvoorbeeld: oud of mislukt bier verkopen). 

Deze factor gaat voor een groot deel bepalen wie er uiteindelijk overblijft en wie niet.

Cijfer: 8+

Consumenten united

Vroeger had je PINT met een gestencild clubblaadje en linnen tasjes, nu heb je Facebook groepen zoals Beer Geeks. PINT is out, BG is in. Simpel toch? Ehm, nee. De club PINT mag dan node toe zijn aan het verzetten van wat bakens (en ze zullen zelf de laatste zijn om dat te ontkennen), het informerende gehalte van deze eerste en enige bierconsumentenvereniging mag niet zomaar met het badwater worden weggegooid. Facebook groepen zijn goed voor je dagelijkse shotje dopamine, maar het leidt niet direct tot verheffing van het volk. Er wordt naast al het moois (ja!) ook veel discutabels gedebiteerd op dergelijke fora, om nog maar te zwijgen van humorloze pogingen tot humor, smaaknotities die duiden op een ernstig gebrek aan zelfreflectie, huiveringwekkende spelfouten en eindeloze reeksen onderbelichte, wazige foto’s van vette glazen. Het is geen feest hoor, op de feesboek. Nee, wie iets wil leren over bier kan beter een fatsoenlijk boek lezen dan dag in dag uit rond de digitale dorpspomp bij elkaar klitten.

En Untappd en Ratebeer? Blijf ik toch heel nuttige instrumenten vinden, dankzij de kracht van de grote getallen. Al is Ratebeer ook al besmet sinds AB InBev het geschaakt heeft. Houdt het dan nooit op?

Cijfer: 7-

Big Beer

Heineken koopt Beavertown en Lagunitas, AB InBev koopt Bosteels, Swinkels (Bavaria) koopt De Molen. Ja, sell-outs gebeuren, maar niet met bossen tegelijk. Er blijft genoeg ‘independent’ over. En wie zich zorgen maakt over de schijnkeuze in kroegen die gelieerd zijn aan één van die grote jongens: je maakt je dan zorgen over het feit dat brouwerijen café’s bezitten. Dat is op zich niks nieuws. Wat wel nieuw is, is dat Ome Karel in zijn Heineken-kroeg nu een Lagunitas IPA of Beavertown Smog Rocket kan drinken. Dat is fijn voor Ome Karel. En als jij niet naast Ome Karel in een Heineken-kroeg wil zitten, dan ga je naar een kroeg die niet aan een grote brouwer is gelieerd. Such is capitalism.

Cijfer: 7+

Conclusie

De cijfers zijn over het algemeen toch wat zuinigjes. Naar mijn mening zouden brouwerijen, horeca, handel en allen die van bier (willen) leven zich met één ding bezig moeten houden: het vergroten van de kritische massa der biervariatie. Alle discussies en activiteiten die niet primair gericht zijn op het verder omarmen van die variatie door een steeds groter wordende groep mensen, dragen niet bij aan een gezonde biertoekomst en zijn dus wat mij betreft een jammerlijk gebruik van tijd en energie. Want gebrek aan continuïteit betekent dat men over een x aantal jaren op zoek kan gaan naar een andere job. En een vers linnen tasje.

En ik? Ik schrijf lekker door. En jureer, oreer, degusteer en organiseer. Omdat het blije woord van de biervariatie nog veel verder verspreid dient te worden. En terwijl ik dat doe, geniet ik me suf. Man, wat een ontzettend leuke bezigheid is dat bier toch.

Reacties zijn gesloten.