Leuk, een proeverij organiseren! Eens even kijken wie er zoal komen, aantal rondes vaststellen, en op basis daarvan een opbouw in bierstijlen bedenken. Oke, het wordt een blond, Vlaams roodbruin, saison, IPA, porter en imperial stout deze keer. Tot zover gesneden koek. Maar dan. Welke bieren gaan het worden? Makkie toch, er is immers zo veel? Inderdaad. En dat is nou net het probleem.
Zoek eens op Ratebeer de bieren van een willekeurige brouwerij op. Dikke kans dat het er zoveel zijn dat je ze niet direct op je scherm krijgt, maar RB eerst even moet aanmoedigen door op de link “378 beers” te klikken. Eenmaal gedaan waad je door tientallen barrel aged varianten, dozijnen collabs en eindeloze hoeveelheden “retired” bieren. Dan is het nog maar de vraag welk bier er überhaupt leverbaar is. Online mag je al blij zijn als er een kwart van het reguliere assortiment van een brouwer te vinden is. In fysieke winkels hoor ik het woord leveringsproblemen net iets te vaak.
“Je wilt 12 flessen van bier X? Nee, die maken ze niet meer. Maar achteraan de plank bovenaan staan nog wel een paar fraaie dust-aged, light-infused exemplaren. Tien procent korting!” Pfff. Leuk zeg, zo’n proeverij.
Spoor bijster
Al in geen jaren heb ik meer een Mikkeller bier gedronken, omdat ik al lang geleden het spoor van Mikkeller bijster ben geraakt. Als ik dat al ooit heb kúnnen volgen. Zelfde met De Molen. Als ik bij Melgers (een slijterij in Haarlem) die Berlijnse muur aan witte etiketten zie, zakt de moed me bij voorbaat al in de schoenen. Er is heel veel, maar het komt allemaal nogal, wie sage ich das jetzt, gehaast en nerveuzig over. Er is geen rust, geen stabiliteit.
Ik denk dat dat niet goed is. Als het voor een redelijk ervaren bierdrinker als mezelf al teveel is, hoe moet dit dan overkomen op de enthousiaste, maar nog van weinig toeten en blazen wetende beginnende bierliefhebber? Wanneer iemand nog moet leren om een saison van een porter te onderscheiden, maken al die varianten het er niet makkelijker of leuker op. Het valse idee dat al die nieuwerwetse fratsen alleen maar uit modieuze “smaakjesbieren” bestaan vindt hierin een voedingsbodem. Ergo: het risico bestaat dat brouwerijen hun potentiële klanten al van zich weten te vervreemden voordat ze die aan zich hebben kunnen binden.
Bierverzamelaars
Ik zie deze drift tot mega-variatie als een serieuze bedreiging. Zoals gistcellen zichzelf vergiftigen met de alcohol die ze in al hun enthousiasme hebben geproduceerd, zo vergiftigt (een deel van) de brouwerswereld zichzelf met het uitbrengen van een eindeloze stroom one-off bieren. Het aantal mensen dat opgewonden raakt van de zoveelste variant van een bier dat na een maand alweer achterhaald is, de bierverzamelaars onder ons, is maar een klein deel van de totale bierdrinkende mensheid. En die mensheid, daar moet een brouwer het uiteindelijk van hebben als het gaat om gezonde bedrijfsvoering en continuïteit. Ooit raakt dit verzamelgedrag namelijk uit de mode, denk ik. En dan kan je maar beter een schare trouwe, ietwat saaie en niet zo snelle klanten hebben opgebouwd en een bijbehorend uitgebalanceerd bierenassortiment.
Begrijp me niet verkeerd. Ik ben volkomen vóór biervariatie. Het stoppen met dort door Gulpener heb ik dan ook betreurd. (Alhoewel ze dat nu toch weer lijken te gaan maken, het blijft een onduidelijke situatie). Dit gaat ook niet over het gebruik van bijzondere ingrediënten – ik ben wars van R-woord borstklopperij, en ben altijd benieuwd naar een moderne uitvoering van een klassiek thema. Ik kan zelfs begrip opbrengen voor de brouwer die ooit een kerstboom in zijn brouwketel propte. Als dat een mooi bier oplevert, krijg je naast begrip ook nog mijn waardering. Maar beste brouwers van Nederland, het moet toch mogelijk zijn om het aantal bieren in je brouwerij onder de – pak ‘m beet – vijftig te houden? Beter voor de bierliefhebber, beter voor de bieren en uiteindelijk beter voor jezelf.
Ronald Mengerink (van De Dochter van de Korenaar) heeft onlangs een bold move gemaakt: hij heeft zijn assortiment uitgedund (zie hieronder). Hierdoor kan hij meer aandacht besteden aan het nóg beter maken van zijn bieren. Het kan dus wel. Less is more. Ik ben er van overtuigd dat het een gezondere en toekomstbestendiger biervariatie oplevert. Slow down, brothers and sisters.