De driehoek Bamberg-Bayreuth-Neurenberg in Franken, in het noorden van Beieren, is een gebied met een hoge dichtheid aan brouwerijen. Wie bieren van Duitse signatuur kan waarderen raakt er niet uitgekeken. Afgelopen najaar toerden we een weekje door het gebied en deden een paar mooie indrukken op.
Kundmüller, Weiher
Je hoort wel eens zeggen dat je dankzij bier op onverwachte plekken komt. Klopt. Ik zou het zelf gezegd kunnen hebben. En misschien heb ik dat ook wel eens. Feit is dat wie bier niet als kompasnaald ter navigatie hanteert waarschijnlijk zonder te remmen over de A70 langs Weiher zou zijn gereden. De ware beercationeer aarzelt echter niet en stuurt de wagen vastberaden en doelgericht naar Brauerei-Gasthof Kundmüller, bekend om het Weiherer bier. Bamberg, een luttele vijftien kilometer verderop, kan wachten.
Kundmüller is een soort all inclusive oord. Maar dan leuk. Hotel, restaurant, brouwerij, biergarten, branderij, bierpullenmuseum, eigen slachterij – de maandelijks geserveerde Schlachtschüssel (“slachtschotel”) is befaamd. Als je de stallen binnenloopt is rechts een winkeltje waar je lokale producten kunt kopen. Een kassa is er niet, geld mag in het mandje.
In het restaurant dat om vijf uur ’s middags al op z’n Duits vol zit, verliezen we ons in de bierkaart. Indrukwekkend vanwege de omvang van het bieraanbod – ik tel ruim dertig bieren – maar vooral ook vanwege de hoeveelheid getoonde medailles. Er is geen bier dat niet ergens op een internationale bierwedstrijd gelauwerd werd. Traditionele bieren zoals een pils en een weizen, maar ook de imperial IPA en houtgelagerde bock worden hier niet versmaad. Het levert een zekere mate van keuzestress op maar de bierwinkel is morgenochtend al vroeg open, voor de eerste souvenirs van deze reis.
Van wat we drinken blijven vooral de Grünhopfen Pils (met verse hop) en Rolator (doppelbock) bij. Die laatste gaat uitstekend samen met het geïmproviseerde dessert dat bestaat uit een soort knapperige appelflap.
Een tafel verderop zit een jonge man uit Saksen, type beer geek, in een t-shirt met de tekst “Craft beer is not a crime” terwijl hij van zijn Kellerbier geniet. Kundmüller heeft ruimte voor bierliefhebbers van alle gezindten.
Bamberg
Bockbier is ook in deze regio een seizoensproduct. Wel een tamelijk lang seizoen. De bockbieranstiche bij de brouwerijen in Franken beginnen in september en lopen tot diep in december door. Op beerwanderers.com is een handige kalender samengesteld. Het opmerkelijke is dat elke brouwerij weer z’n eigen interpretatie aan het begrip bockbier geeft. Zo kunnen de kleur en karakter maar ook het alcoholpercentage van het bier aanzienlijk uiteenlopen.
Bij Schlenkerla verwachten we natuurlijk een bock met rookmout, en die krijgen we. Ingo, een van de brouwers, vertelt ons dat er buchenholz is gebruikt voor de bock, beukenhout dus. Het donkere bier is werkelijk een pareltje. Balans, goed gehopt, vanzelfsprekend iets gebrands, en met 6,5% een potige maar alleszins behapbare pot bier. Tot 6 januari wordt het geschonken, daarna is het klaar. Aan de reserve-stammtisch gezeten kletsen we met de locals en genieten we van de levendigheid in de kroeg.
De dag erop zijn we bij de bockbieranstich bij Mahrs, even buiten het centrum van Bamberg. De goudkleurige bock is hier wat zoeter, en met 6% iets minder alcoholisch. Het heeft een bittere kruidigheid die het geheel overeind houdt. Op de binnenplaats van de brouwerij is een druk bezocht feest gaande, met harde muziek en een opmerkelijk jonger publiek dan we tot dan toe zagen. Misschien verklaart dat de relatieve prijzigheid van Mahrs ten opzichte van andere Bambergse brouwerijen.
We brengen ook een bezoek aan de wereldberoemde mouterij van Weyermann. Nouja, de fanshop dan. Want rondleidingen door de mouterij zijn er alleen op woensdag, tenzij je met een groep van minstens acht bent. Zijn we niet. Ach, die winkel is ook een belevenis.
We vermaken ons met de eindeloze reeks aan prullaria, proberen alle petjes en moutzaktassen uit, overwegen de aanschaf van een fraaie moutsoorten-demonstratiedoos en nemen uiteindelijk een paar bieren mee die in de brouwerij van Weyermann worden gebrouwen. De brouwrecepten staan ter inspiratie op de website.
Forchheim
Forchheim, gelegen tussen Bamberg en Neurenberg, is bekend van het jaarlijkse Annafest. Tijdens het Annafest zijn alle 23 bierkeller in het fameuze Kellerwald geopend; door het jaar heen is er een kleiner aantal open. Maar dat feest vindt eind juli plaats, rond de naamdag van St. Anna (26 juli). Dus bewaren we die bestemming voor een andere keer en meren we na een wandeling door het stadje aan bij de gaststättes van brouwerijen Hebendanz en Neder, handig naast elkaar gelegen.
Verwacht in dit soort etablissementen geen zaken die zouden kunnen afleiden van waar het hier om gaat: bier. Bij Hebendanz ontwaren we dan nog tot onze verbazing een gokautomaat in de gang, maar verder buigt de clientèle zich in opperste concentratie over de pullen Export Hell. Bij Neder kan de stilte zelfs haast gewijd genoemd worden.
Bij Hebendanz is de stemming dan toch wat joliger, en dat komt vooral door de kastelein. De waard vertrouwt zijn gasten zo hij is. Als die even naar buiten loopt voor een saffie nemen de gasten zelf de taphendel ter hand om zich te laven. Kein problem. Ook voorziet hij eigenhandig het begrip ‘Duitse humor’ van een nieuwe invulling. Als ik na het nuttigen van drie seidla’s om de rekening vraag, meldt hij monter dat die 86,95 bedraagt.
Neurenberg
Rotbier, bratwurst, Albrecht Dürer, Playmobil FunPark en de Neurenbergse processen. De toeristenfolder van Neurenberg in een notendop. Om met dat laatste te beginnen: een bezoek aan het Memorium is een aanrader. Je kunt de zaal zien waar in 1945-1946 de processen tegen nazi-kopstukken werden gehouden, maar vooral de tentoonstelling een verdieping hoger geeft op indrukwekkende wijze inzage in de manier waarop dat destijds in zijn werk ging.
Bijkomen van deze indringende geschiedenisles kan in het niet ver gelegen Schanzenbräu. Wat mij betreft de fijnste bierplek van Neurenberg. De “Biergarten und Schankwirtschaft” bestaat een jaar of vijftien, maar heeft de uitstraling van een kroeg die er altijd al gezeten heeft. Een blind paard kan er geen schade aanrichten en dat zijn zoals we weten de beste tenten.
We lopen het hele gamma af: Rot, Schwarz en Helles. Bockbier is hier pas tegen de kerst. En dan is er nog de Zusammenhalbe. Een jaarlijkse collab van Neurenbergse brouwerijen, telkens anders, en deze keer treffen we een “Vollbier Pilnser Art Kaltgehopft mit fruchtig-citraler Hopfennote”. Puike bieren allemaal.
Als we de menukaart bestuderen voor een hapje eten schiet een lokale gast aan het tafeltje naast ons te hulp. De Schäufele wordt van harte aanbevolen: varkensschouder, compleet met een stuk krokant uitgebakken spek er aan. Daarbij een Kloß (deegbal) en een schaaltje van die heerlijke romige zuurkool – helemaal gelukkig. Onze nieuwe vriend woont in de buurt en komt hier graag, al dan niet om met brouwer Stefan te kletsen. Hij is met zijn dochtertje op weg naar een filmmuziekconcert, maar niet voordat er een stevige bodem is gelegd. Snappen we.
Er waaien muzikanten binnen, van het slag dat zwiert van kroegie naar kroegie. Een andere lokale stamgast die er zo te zien al wat draaiuren op heeft zitten deze middag, reageert enthousiast. Hij was echter al een tijdje op weg naar huis, en drukt de knorrige taxichauffeur die op hem staat te wachten een briefje van vijftig euro in de hand om hem nog wat langer te laten wachten. Want hij wil muziek horen. Een verzoeknummer zelfs: Lasciatemi cantare, alstublieft. Maar die staat niet op het repertoire van de ambulante muzikanten. Het wordt Marina Marina. En dan is het ook voor de vaste klant de hoogste tijd, de taxi wacht niet langer. Ja, het café is als een microkosmos, waar het leven zich in al zijn grote en kleine leed op overzichtelijke schaal afspeelt.
Hausbrauerei Altstadthof is ook een soort microkosmos. Maar dan in de vorm van een wat krap bemeten restaurant annex bar, waar het dankzij een bovenmatige populariteit en ondanks een soort ‘please wait to be seated’ policy al snel gezellig druk wordt. We proberen er drie soorten Rotbier, de lokale specialiteit van Neurenberg.
De Bock variant bevalt ons het best. Heeft net even wat meer body en karakter dan de andere. Maar in de Altstadthof winkel aan de andere kant van het steegje is nou net dat bier niet te koop. Wel vele soorten ‘brand’ – bierdistillaten. En dus gaat een fles van het BockBierBrand mee naar huis. De volgende dag sluiten we aan bij de rondleiding door de ‘Historische Felsengänge‘, die begint in datzelfde steegje tussen winkel en bar.
Bij het standbeeld van Neurenberg’s beroemdste zoon, de renaissanceschilder Albrecht Dürer, gaan we de trap naar beneden en krijgen de verhalen te horen van de kelders die hun leven begonnen als bieropslag, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog als schuilkelder werden gebruikt. Vier niveau’s diep, daterend uit de 14e eeuw, elk steen vertelt een geschiedenis.
Weer boven de grond zoeken en vinden we Neurenbergs alternatiefste bierbar: Kater Murr. Vernoemd naar een satirisch boek van de 19e eeuwse schrijver E.T.A. Hoffmann (naar wie Mahrs in Bamberg dan weer zijn E.T.A. bier heeft vernoemd). Op Wikipedia lezen we dat hij in 1822 overleed aan “nerveuze uitputting en overmatig drankgebruik”. Wij heffen het glas op E.T.A., de arme ziel.
Verveeld ogend personeel, veel boeken om uit te lezen en kunstfoto’s aan de muur om te bekijken, een podium dat popelt om een bandje te ontvangen, en gasten die eerst uitgebreid aan de chari-thee gaan voordat de bieren op tafel komen; dat zijn de eerste indrukken van Kater Murr.
Fijn dat er bier is van Orca, Neurenberg’s bekendste craft brouwerij. Zeker de Wanderlust is een appetijtelijk bier, ook al hangt deze pale ale al eventjes ‘über den tellerrand’ van de ‘best before’ datum. Maar Kater Murr is niet de plek waar je over dat soort futiliteiten gaat lopen mekkeren.
De afzakker van de dag halen we bij Bierwerk. Best een leuke tent als je er niet op zaterdagavond bent als de jeugd van Neurenberg bier hijst en brullend aan het armpjedrukken slaat. Mogen we het ietwat studentikoos noemen? Dat mag. Toch leuk. We genoten er van een fijne Günther-Bräu Bernstein lager.
Wat eten we bij al dat bier? Braadworstjes natuurlijk. Want we zijn in Neurenberg! Het is een lokale specialiteit: worstjes van vingerformaat. Er is zelfs een Bratwurstmuseum in de stad. De vraag is hier dus niet zozeer wat je eet, maar hoeveel je er eet. Zes, acht, tien of toch twaalf? Bij restaurant Bratwurstglöcklein spoelen we de smakelijke worstjes en de bijbehorende aardappelsalade weg met een Tucher Rotbier.
Neurenberg, we vonden je geweldig. Hoewel Rotbier misschien niet direct bovenaan onze lijst van favoriete bierstijlen staat maken de authenticiteit van zowel het bier als het eten, en natuurlijk de intense historie van de stad, een bezoek de moeite meer dan waard.
Een praktische tip nog: het beste winkelaanbod aan bieren vonden we in Neurenberg bij de E center Schuler supermarkt (Äußere Bayreuther Straße 80).
Güls (Koblenz)
We verlaten Beieren en gaan weer op weg naar huis. Als laatste etappe van onze reis stoppen we nog voor een overnachting in Güls, aan de overkant van de Moezel bij Koblenz. De plaats waar de Rijn en de Moezel samenkomen bij de ‘Deutsche Eck’. En hoewel we in hotel-restaurant Grebel een heerlijke Riesling drinken – we zitten immers praktisch midden tussen de wijnranken – is ook hier bier niet ver weg. In de REWE Getränkemarkt die een paar deuren verderop zit vinden we zowaar wat lokaal bier van Stromberger (roggebier) en Lahnsteiner (grape ales, gruit en een ‘Bernstein’).
’s Ochtends maken we nog een wandeling over de wijnhellingen. Het pad voert langs diverse taferelen waarop de kruisweg is uitgebeeld. Het uitzicht wordt met elke bocht in de weg adembenemender, en niet alleen vanwege de hoogte. Op een informatiebord lezen we dat keizer Napoleon himself ooit dit pad heeft bereden. Ik zei het al: bier brengt je op onverwachte plekken.