Bericht uit 1992

“De biermarkt is dynamisch; ontwikkelingen en trends blijven elkaar opvolgen”. “Bier is meer dan pils alleen”. “Een stormachtige ontwikkeling in speciale bieren”.

We kennen die teksten wel. De bladen staan er vol mee. Niks nieuws onder de zon. Sterker nog, dat was het al niet in 1992. Want uit dat jaar stamt dit vergeelde knipsel uit het personeelsblad Ahold Flitsen. En deze quotes komen uit datzelfde knipsel. Jawel.

Het was de tijd van grote brillen, dasspelden, en zonder gêne gedragen witte sokken onder een ruim vallend auberginekleurig pak. Godzijdank zijn die tijden wél veranderd. Lezen we wat aandachtiger verder, dan komen we ook teksten tegen als “wanneer de moderne bierdrinker een Corona ter hand neemt, dient hij eerst een schijfje limoen door de hals te drukken en het bier vervolgens, geheel in Mexicaanse stijl, uit het flesje te drinken” en “4 wereldbieren voor vaderdag: Nastro Azzurro, Corona, Budweiser en Heineken”. Wat je zegt, de wittesokkentijd in bierland. En die is wat minder veranderd dan je wellicht zou willen – wie zijn best doet kan de tekst over Corona ook vandaag de dag nog wel terugvinden in de wat sjofeler reclamefolders, en de lukraak gevulde doosjes rond vaderdag zijn nog steeds niet uitgeroeid.

Keizer Karel

Het artikel bezingt vooral het nieuwe Keizer Karel bier, een “edelpilsener”, “speciaal ontwikkeld door de Mergelland Brouwerijen in Gulpen, exclusief voor Gall & Gall gebrouwen”. Indachtig Gulpener’s Château Neubourg en ander premium trompetgeschal uit onze tijden (Swinckels, Kordaat, Bud) is er dus inderdaad niets nieuws onder de zon. De naam “Mergelland Brouwerijen” is overigens in nevelen gehuld; online te vinden etiketten noemen “B.V. Gulpener” als producent. Het Keizer Karel pils zelf is trouwens ook diep afgedaald in de biervergetelheid. (Niet te verwarren met het Keizer Karel bier van Brouwerij Haacht uit België). Grappig is dat het stuk begint met een uiteenzetting over smaakvervlakking, dat pils “gewoon een sóórt bier is” en kleine brouwerijen die eind jaren tachtig “in de lift zaten”. Om vervolgens een pils van een grote brouwer te promoten. Ook toen al keek men niet op een kletspraatje meer of minder.

Het artikel gaat ook nog in op de opkomst van alcoholvrij bier. Het refereert daarbij welhaast onvermijdelijk aan Youp van ’t Hek’s oudejaarsconference uit 1989. Iets wat zelfs anno nu bierschrijvers nog wel eens doen als ze aan wat creatieve bloedarmoede lijden. Maar “deze tak heeft snel voet aan de grond gekregen”, en “tegenwoordig ben je een echte vent als je in de kroeg een alcoholvrij biertje drinkt”.

Vakmanschap

Het knipsel viel al bladerend uit een boek. Vakmanschap is Meesterschap om precies te zijn, over de geschiedenis van Grolsch. Ook uit 1992. Gevonden op de rommelmarkt. Vol met advertenties van ambachtslieden die omgeven door beitels, piano’s en fun-cars (echt!) smachtend de lens inkeken, zich afvragend waar dat bier nou bleef. Dat bier uit Enschede blijkt verrassend gevarieerd te zijn geweest, afgaande op de afbeeldingen van oude etiketten. Grolsch, en diens voorganger De Klok, maakte bijvoorbeeld Münchener, Edel-Hell en Oud Bruin. Wel allemaal ondergistend dus. Maar dat is tegenwoordig juist weer helemaal hip.

Grolsch (na enkele omzwervingen tegenwoordig onderdeel van het Japanse Asahi concern) heeft dat allemaal al lang geleden in de ban gedaan. Sinds enige tijd maken ze een paar keer per jaar een tijdelijk speciaaltje (onder de vlag van ‘innovatie‘) die ze uitdelen onder bloggers en vloggers in de hoop op gratuit reclame. Ja, de tijden van Paul Huf zijn daar definitief voorbij. Het boek is overigens ook een soort van requiem – de aanleiding om het te maken was het vertrek van de laatste De Groen-telg bij de brouwerij in 1988.

Vroeger en later

Knipsel en boek laten zien dat de tijden veranderd zijn, maar toch ook weer niet. Het toont maar weer eens duidelijk aan dat het heden slechts een blip is in het oneindige tijdspad van geschiedenis naar toekomst. Niet dat alles al eens gedaan is en gezien is; er valt nog veel te ontdekken, en vooral te herontdekken. Na hazy IPA’s en sours is nu (Duitse) lager aan de beurt om herontdekt te worden. Nederland wacht mogelijk ook nog een kveik-spike, maar misschien weten we onze neutraliteit te bewaren. Italian-style pilsners zullen waarschijnlijk stilletjes ons Hollandse huisje voorbij rijden. Om over grape ales van eigen bodem maar te zwijgen. Hoe dan ook, vroeg of laat betreedt er weer wat anders het bierpodium. Misschien wel een revival van historische, lokale bierstijlen. Mogelijk breken de nolo botanicals nu echt door. Het is allemaal goed. Als er maar beweging in zit, als er maar variatie in zit. Zodat we de komende 27 jaar ook nog kunnen schrijven dat de biermarkt dynamisch is, en de ontwikkelingen en trends elkaar blijven opvolgen.

Reacties zijn gesloten.