Stad van bier en brouwers

Van 10 juli t/m 1 november 2020 is in het Amsterdam Museum de tentoonstelling Bier – Amsterdam, stad van bier en brouwers te zien. Gastconservatoren Edo Dijksterhuis en Irma Enklaar tekenden voor de opzet en inhoud van deze tentoonstelling. Dijksterhuis is geen onbekende in de bierwereld. De kunstcriticus van professie schreef samen met Jan Willem Kaldenbach al twee boeken met bier als thema: De Bierrevolutie over het opkomende craft bier en Wish you were beer, een Engelstalig boek over brouwerijen, bars en bierwinkels in Amsterdam.

Van beide conservatoren werd het geduld flink op de proef gesteld, want na een intensieve periode van slechts vier maanden waarin de tentoonstelling werd samengesteld, kwam er van de geplande opening in april uiteraard niets terecht. Op vrijdag 10 juli is het dan toch zover en wordt de tentoonstelling voor publiek geopend. Een specifieke aanleiding is er niet – het feit dat er inmiddels meer dan veertig bierproducerende bedrijven zijn in Amsterdam, en de biervariatie op veel plekken dramatisch is toegenomen, was voldoende.

De kern van de zaak draait in deze tentoonstelling om drie scharnierpunten in de bierhistorie van de stad. Achterwaarts in de tijd zijn dat de opkomst van het anders-dan-pils bier in de jaren ’80, de mede door de firma Heineken opgestuwde opmars van het pils eind 19e eeuw, en de introductie van het gebruik van hop in de late middeleeuwen. Zijn die scharnierpunten typisch Amsterdams? Dat niet, maar ze zijn natuurlijk wel Amsterdams te maken. Bijvoorbeeld door alle Amsterdamse (huur-)brouwerijen te presenteren middels een kakofonie aan kleuren die van de flesjes, blikjes, posters en ander materiaal afspatten.

En zo gaat dat eigenlijk de hele tentoonstelling door. Want na die drie hinkstapsprongen door de tijd (hoe ouder, hoe interessanter voor de wat meer dan gemiddeld ingevoerde bezoeker) volgen wat meer algemene onderwerpen zoals het productieproces, bewust consumeren en bier in de reclame. Echt typisch Amsterdams is het gebruik van waterschuiten, die fris brouwwater uit de Vecht naar de brouwerijen aan de kades van de vervuilde grachten brachten.

Topstukken: het boek Études sur la Bière van Pasteur, een biersleekoets van Heineken en een meer dan honderd jaar oude toog uit een Amsterdamse kroeg. Van die laatste wisten ze dat die ergens in het depot moest liggen, maar eenmaal opgediept bleek die niet veel meer dan een stapel oud hout te betreffen; de restaurateur van het museum kon zijn lol op. De tapkraan blijft dicht, maar de anekdotes die achter de toog worden verteld door bekende Amsterdamse kasteleins werken sfeerverhogend.

Fascinerend wordt het als de archeologische dienst er bij wordt gehaald om de geschiedenis op schilderijen tastbaar te maken (nouja, bijna dan): de Oude Drinker van Gabriël Metsu wordt geflankeerd door zo’n zelfde tinnen kan als op het schilderij. En zo zijn er meer doeken waarbij de afgebeelde voorwerpen ook in het echt te zien zijn, gered uit beerputten en andere archeologische vindplaatsen. Soms zelfs nog helemaal gaaf, wat net niet opgaat voor het unieke ‘komeetglas’ met een afbeelding van de komeet Halley die bij zijn verschijningen in de 17e eeuw indruk maakte op de Amsterdammers. Dat zijn momenten waarop de geschiedenis fluistert en lonkt, en een vlaag uit het verleden licht doet huiveren.

De kunstcriticus in Dijksterhuis spreekt ook mee; in elke zaal zijn een of meer kunstwerken te zien die een relatie met bier hebben. De reflecties van kunstenaars op dit thema leggen de link met de tegenwoordige tijd. Bier – Amsterdam, stad van bier en brouwers is een heerlijke, lichtvoetige tentoonstelling waarin je soepel door het verhaal van bier wordt geleid. Want dat is de bedoeling van de makers: laten zien dat bier zoveel meer is dan het gedachteloos achterover gekieperde dorstlessende vocht. Wie er voor open staat krijgt die verhalen ook mee, en raakt onherroepelijk geïntrigeerd door de bomvolle geschiedenis en het rijk gevarieerde heden van onze troostrijke pint.

Om het geheel af te toppen is er in samenwerking met brouwerij Troost een tentoonstellingsbier uitgebracht. De New England IPA van de brouwerij is dankzij de speciale verpakking omgedoopt tot tentoonstellingsbier, en zowel in een normale als alcoholvrije variant verkrijgbaar. Wie acute dorst krijgt is maar een paar stappen verwijderd van café De Pilsener Club – beter bekend als De Engelse Reet – in de Begijnensteeg. Een opsmukloze, puike Amsterdamse kroeg die uitstekend geschikt is om even bij te komen van het museumbezoek.

Bier – Amsterdam, stad van bier en brouwers
Amsterdam Museum, Kalverstraat 92, Amsterdam
10 juli t/m 1 november 2020
Dagelijks geopend van 10-17 uur
Vooraf reserveren

Beelden: Amsterdam Museum

 

Beeld: auteur

 

 

Reacties zijn gesloten.