Sores om de mores

Het recente nieuws dat Heineken een minderheidsbelang in de Londense brouwerij Beavertown heeft verkregen veroorzaakte nogal wat commotie in de ‘craft beer gemeenschap’. Gemakshalve definieer ik die laatste maar even als de groep mensen die een meer dan gemiddelde belangstelling voor bier hebben in al haar facetten, en daar online dan wel offline graag over van gedachten wisselen.

De vraag die direct naar voren kwam: wat te doen met Beavertown Extravaganza? U weet wel, dat festival waar ik vorig jaar zo lyrisch over berichtte. Immers, de kaartverkoop van de 2018 editie (gepland voor september) was al een behoorlijk eind op streek toen dit nieuws naar buiten kwam. De ene na de andere brouwerij meldde zich af omdat ze zich niet konden vereenzelvigen met het besluit van Beavertown. Lees bv. de statements van Cloudwater, Modern Times en BBNo. Op dit moment heeft ongeveer de helft van de deelnemende brouwerijen zich teruggetrokken.

Omdat er op sociale media toch vooral veel bijval is te vernemen voor deze besluiten, geef ik in deze blogpost graag een andere kijk op de zaak. Verwacht dus geen objectieve weergave van de situatie, met een keurig gewogen aantal argumenten van diverse kanten, maar een mening die als tegenwicht kan dienen voor de meerderheid van reacties.

Die afmeldingen zijn naar mijn mening een tragische vergissing. Tragisch voor de bierdrinker, die naar een festival komt om topbier te drinken, en niet om in een pissing contest tussen rivaliserende bierbrouwers verzeild te raken. Dat kun je naïef noemen, maar je kunt het ook het schenden van gemaakte afspraken noemen. Cloudwater c.s. heeft zich gecommitteerd aan het festival, staat op de poster, en heeft dus een verplichting om op te draven. Al zou Logan Plant zich tot fan van Justin Bieber verklaard hebben. Die verplichting is namelijk ook gemaakt jegens de bezoekers, die mede de clientèle van de weggebleven brouwerijen uitmaken. Niet komen is dus in de eerste plaats een dikke vinger opsteken naar je eigen klanten.

Je kunt zeggen: de situatie waaronder die afspraken zijn gemaakt is veranderd. Maar voor de gemiddelde festivalbezoeker is ie dat niet. De bieren veranderen helemaal niets doordat er een zakelijke overeenkomst is gesloten tussen twee bedrijven. Het is vooral je eigen ego dat je bedient door te zeggen dat je niet komt. En dat gebeurt over de rug van je klanten. Niet zo stoer. Veel stoerder is het om je mening over deze move op een ludieke wijze te uiten. Bijvoorbeeld door een Cryneken pale ale te schenken. Of een Whyneken lager. Punt gemaakt, iedereen lekker bier drinken en na het festival een stevig gesprek met je voormalige vrienden van Beavertown. Buiten het zicht van je klanten. (Pikant: BrewDog, dat zich ook heeft teruggetrokken van Extravaganza, sloot eerder zelf een zakelijke deal met Big Beer.)

De morele verontwaardiging en de daaruit volgende gelijkhebberigheid lijkt soms wel erg verbeten trekjes aan te nemen. “Jij doet iets waar ik het niet mee eens ben, om wat voor reden dan ook, dus jij zit in het vakje ‘fout’.” Het risico van dit zwart-wit denken is, als ik het even op de bier-microkosmos betrek, dat de 98% van de mensheid die nog helemaal niet met biervariatie bezig is, zich dankzij al dit gekrakeel afwendt voordat het zich goed en wel heeft kunnen openstellen voor biervariatie. Stel je toch eens voor dat een die-hard pilsdrinker, die niks moet hebben van al die nieuwerwetse fratsen, op een mooie dag in zijn Heineken-stamkroeg toch eens een Lagunitas IPA of een Beavertown porter in zijn knuisten krijgt. En het nog lekker vindt ook. En het de volgende keer weer bestelt. Dát is pure winst.

De strijd die gestreden moet worden, is die om de harten van de bierdrinker. Laten we er eerst en vooral voor zorgen dat biervariatie normaal wordt. En, of je het leuk vindt of niet, de kans daarop wordt groter als je in Heineken-tenten ook kunt kiezen voor de bieren van Lagunitas of Beavertown. Dat is goed bier, dat is gevarieerd bier, dat is bier waar je je niet voor hoeft te schamen. Het vergroot de biervariatie en het vergroot de markt voor bier als geheel, ook – en misschien wel juist – voor onafhankelijken. En in die groeiende markt kun je als bedrijf prima je eigen ethiek als marketinginstrument inzetten. Zonder de moraalridder uit te hangen en je klanten de rug toe te keren door weg te blijven op een bierfestival. Want mensen drinken bier, geen opgeheven vinger.

Plaatje: still uit een Heineken 0.0 reclame

Reacties zijn gesloten.