Botanisch balanceren

Botanicals. Een sjiek woord voor “plantaardige producten”; ik heb het even voor u opgezocht. Je kunt het in shampoo stoppen, maar ook in bier. En net zoals je haar van die shampoo, krijgt ook het bier extra glans door het gebruik van die vaak exotische smaakmakers.

Bij Lowlander zijn ze er serieus mee bezig: zo kennen we de White Ale met curaçaoschil, vlierbloesem en kamille; de American Pale Ale met bloedsinaasappel, grapefruit en sumak; de IPA met koriander en witte thee; en de Poorter met vanille en zoethout.

Recent zijn daar de Ginger & Kaffir Lime (met gember, kafferlimoenblaadjes, kardemom en Darjeeling thee) en Yuzu & Grapefruit (yuzu, grapefruit, Earl Grey thee) bieren bij gekomen.

Precious herbs and exotic spices

Bier maken met dergelijke plantjes, vruchten, kruiden en specerijen is nog niet zo makkelijk. Dat is de belangrijkste conclusie die ik trok na de Botanical Infusion Masterclass, op 27 augustus j.l. in stadsbrasserie de Utrechter tegenover TivoliVredenburg in Utrecht. Lowlander-aanvoerder Frederik Kampman verzuchtte: “Het vinden van de juiste balans is zo verrekte moeilijk.” Soms wordt zijn geduld en doorzettingsvermogen danig op de proef gesteld. “Maar het is zó tof als het lukt, en we iets creëren zoals we het in gedachten hadden.” En dus gaan Frederik en zijn team onverbiddelijk door.

Hij heeft gelijk. Want er is niets mis met de gedachte om onze geliefde drank mee te nemen op nieuwe en spannende smaakavonturen. Avonturen op onontgonnen terreinen waar tegenslagen en mislukkingen wachten, maar ook de kans op beloning in de vorm van nieuwe ervaringen en onbekende smaken. To boldly go where no one has gone before. No one? Nou, volgens Frederik zelf hebben wij als Nederlanders “a very intriguing history where it comes to brewing with botanicals”. Het bevaren der zeven zeeën leidde er toe dat “precious herbs and exotic spices soon made their way into Dutch beer”. En dus is er eigenlijk niets dat je anno nu tegenhoudt om die botanische spullen te verwerken in bier.

Of het moet de praktijk zijn. Want na een korte lezing i.s.m. het team van creatief-culinair bedrijf The Holy Kauw over de kunst van het proeven (nog een sushi-shotje, iemand?) en smaken onttrekken (we leerden over cold brew, warm brew, infusie/maceratie en extraheren), was het tijd om de handen uit de mouwen te steken. De bedoeling: maak in een groepje je eigen botanische brouwsel, die door een jury wordt beoordeeld op smaak, oorspronkelijkheid, techniek en nog meer schier onbereikbare doelen. Daartoe waren enkele nagelnieuwe “infusie-werkstations” voorbereid, met een halve Ikea aan keukengerei en natuurlijk een zwik aan botanische ingrediënten. Nog even de laatste stickers er af pulken, en aan de slag!

  

V.O.Citrus

Vijf man (m/v) in het team. Overleg. Wat willen we maken? Iets pittigs. Ok, specerijen dus. Jeneverbes, kruidnagel. Eerst verhitten, dan vijzelen. Oei, dat is wel erg kruidnagelig. Even wat er uit. Dan de verhouding tussen de kruidelarij en de basis van de infusie. Eén schepje, nee, twee schepjes in een maatbekertje. Omrekenen naar een pannetje vol. Lekker warm maken, mmm dat begint al aardig te ruiken. Dan de fijngehakte yuzu-schil. Levert altijd wat lekkers op, volgens Frederik. Beetje gemberolie, laat de chili toch maar zitten. Zeven, flesje vullen, koelen, naar de jury ermee. Poeh, valt nog niet mee hoor. Naam? Even denken. Het is kruidig, het is citroentjesfris. Wat dacht je van V.O.Citrus? Klinkt goed. Vond de jury ook, prijs gewonnen!

  

Kaffir Lime, Yuzu and secret zing

Goed, bier dus. Met allerlei spannende smaakmakers, in flesjes die er pico bello uitzien. Qua overige marketing en promotionele verzorging valt er ook niets te klagen. Het verhaal, de verpakking én de inhoud (na uitwerking van het recept wordt de productie gemaakt bij Jopen in Haarlem) zijn dik in orde. De twee nieuwe, laagalcoholische, varianten worden ook niet zomaar verkocht aan de horeca. Lowlander komt met de bijbehorende glazen, serveertip (takje munt, partje grapefruit) en een uitleg aan het personeel zodat die het juiste verhaal kunnen vertellen. Niet even vrijblijvend “zet maar een doosje in het magazijn” dus. Ook genoten we bij de stadsbrasserie zelfs van cocktails waarin dit bier verwerkt is.

Voor wie is dit bier bedoeld? We halen er wat stereotypen bij. De gemiddelde Radler-drinker zal aangetrokken worden door de fruitigheden en lage percentages in de naam en op het etiket, maar komt mogelijk bedrogen uit door het ontbreken van zoet in het bier. Het is zeer citrussy en uitgesproken van smaak, waardoor het niet per se als heel doordrinkbaar wordt ervaren. De variant met gember kent bijvoorbeeld een onmiskenbaar prikkeltje achter in de keel. De die-hard craft beer drinker zal waarschijnlijk niet als eerste naar dit bier vragen, om dezelfde reden dat de Radler-drinker het wel ziet zitten, al kan het woord gose (de basis van de Yuzu & Grapefruit) natuurlijk wel de nieuwsgierigheid wekken. De wijndrinker dan? Ja, die is vast over te halen om dit eens als een dorstlessend aperitief te nemen. Met dank aan goed geïnformeerd barpersoneel die dit bij de gast weet te laten landen – dat lijkt me een belangrijke factor in het geheel.

Maar misschien overanalyseer ik wel. Lowlander bieren, en zeker deze twee kleurige jongste varianten, zijn tamelijk uniek in de Nederlandse bierscene. En dus is er een bestaansrecht en mag het zich bewijzen. Ik hoop dat dat lukt. Wat dit is biervariatie met een grote B: het bereikt een publiek dat andere bieren niet doen. Het is oprecht en er zit serieus en intensief denk- en brouwwerk achter. Uiteindelijk zijn dat zaken die de doorslag geven.

Reacties zijn gesloten.