Leuk hoor, al die toegenomen biervariatie in de supermarkt. Van Amerikaanse IPA’s tot Italiaanse kunststukjes, van degelijke Duitsers tot bourgondische Belgen, en van Zeeland tot Groningen: heel de bierwereld ligt aan uw voeten bij de plaatselijke kruidenier. Heel die wereld? Nee, een kleine trappistenabdij bleef moedig weerstand bieden en maakte het leven van de bierhandelaren bepaald niet gemakkelijk…
We hebben het natuurlijk over de abdij St. Sixtus te Westvleteren, gelegen in de Vlaamse Westhoek. Dit is de plek waar het Westvleteren bier vandaan komt. Dat bier is ooit bovenaan terecht gekomen in het Ratebeer-lijstje “Beste bier van de wereld”, en sindsdien wordt het door eenieder begeerd. Omdat het bovenaan een of ander lijstje staat. Zo gaan die dingen.
Wat het ingewikkeld maakt is het distributiemodel dat de monniken hebben gekozen. Het uitgangspunt “werken om te leven” wordt hier wat verder doorgevoerd dan bij andere trappistenbrouwerijen. Waar bijvoorbeeld Chimay en Westmalle een fikse productie en een dito distributiekanaal kennen, kiest de abdij St. Sixtus er voor om alleen die hoeveelheid te produceren die men nodig heeft om in het levensonderhoud te voorzien. Nog geen 5000 hectoliter per jaar. En niet meer, al is de vraag sinds dat Ratebeer-lijstje nog zo groot. (Ter vergelijking: Chimay maakt zo’n 170.000 hl per jaar, Westmalle zo’n 130.000).
Ook de distributie is beperkt: de kratten zijn alleen aan de poort van de abdij te koop. Op afspraak, via de biertelefoon, die vrijwel altijd bezet is. Er tegenover ligt de uitspanning In de Vrede waar je het bier kunt drinken en, als het een beetje mee zit, een doosje met wat flesjes kunt kopen. Hoe dan ook, je moet er een ritje voor over hebben als je dit bier wilt drinken. En heel veel bellen dus. Voor dit bier dient enige moeite gedaan te worden.
De meeste mensen echter willen liever geen moeite doen om iets te verkrijgen dat ze graag willen hebben. Ze willen iets, en wel nu, en alles wat instant behoeftebevrediging in de weg staat wordt als hinderlijk ervaren. En dus kan er een handel ontstaan. Een handel waarbij de prijs per flesje ongeveer maal vijf à acht gaat: aan de poort koop je een bak met 24 flesjes Westvleteren 12 voor €45 excl. statiegeld (dat is €1,88 per flesje), daarbuiten wordt het tussen de 10 en 15 euro per flesje verkocht.
De abdij is niet blij met die handel. Ze stellen bij de verkoop een voorwaarde die op de site als volgt is verwoord:
De Trappist Westvleteren is enkel voor particulieren te koop, waarbij iedere koper zich engageert het bier niet verder te verkopen. U bent de eindverbruiker. Op het kasticket wordt vermeld dat U het bier niet in de handel mag brengen. Wij kunnen u hierop aanspreken.
Overigens zijn er meer brouwerijen die de in hun ogen ongewenste handel in hun bier proberen tegen te gaan. De brouwerij Cantillon bijvoorbeeld, in Brussel. Ook hier is de vraag veel groter dan de productie, wat tot woekerprijzen voor hun bier leidt. Men staat alleen betaling per bankpas toe en houdt de details van die passen bij. Je kunt na een aankoop een bepaalde periode (ik meen een half jaar) niet opnieuw met die pas iets kopen bij de brouwerij.
Nu kun je een juridische verhandeling houden over de betekenis en houdbaarheid van die voorwaarde. Het is natuurlijk kinderlijk eenvoudig deze wens aan je laars te lappen en het bier door te verkopen aan eenieder die het wil hebben. Geen politieagent zal je arresteren, geen rechter zal je veroordelen. Maar dat je dat kán doen, wil niet zeggen dat je het ook móet doen.
Je kunt er ook voor kiezen om de wens te respecteren. Omdat die wens voortkomt uit het uitgangspunt dat men niet meer wil produceren dan men nodig acht. En het uitgangspunt dat men wil dat zo veel mogelijk klanten van hun bieren kunnen genieten. Omdat ‘meer’ niet altijd ‘beter’ is. Omdat het niet altijd om het geld hoeft te gaan. En dat zijn allemaal prima redenen om voor te kiezen. Denk eens aan het grotere geheel, de lange termijn en niet aan het kortzichtige eigenbelang.
Toch doen veel mensen dat laatste. Ik ken eigenlijk geen bierspeciaalzaak die geen Westvleteren verkoopt. Alleen groothandel Bier&cO is duidelijk in het respecteren van de wens van de abdij. Als ik dan bij zo’n bierspeciaalzaak vroeg (ik doe dat al lang niet meer, om mijn humeur niet te bederven) waarom men dat bier verkocht, was het antwoord steevast iets als “om mijn klanten het te kunnen aanbieden” en “als ik het niet doe, doet een ander het wel”. En je begrijpt meteen waarom ik zo verdrietig wordt van dit soort antwoorden. Want waarom is het zo vreselijk om ook eens “nee” te zeggen als er iemand komt vragen om Westvleteren? Waarom is zo erg om het gewoon te accepteren dat men het bier alleen ter plaatse wil verkopen? Je kunt als winkelier het verhaal er dan bij vertellen, een alternatief aanbieden (St. Bernardus is uiteraard het antwoord) en veel meer met je klant betrokken raken dan hem of haar 10 tot 15 euro uit de zak kloppen voor een flesje bier waar verder geen enkele emotie bij komt kijken.
Bedevaartstocht
Want emotie, daar gaat het volgens mij om. Bier is namelijk meer dan gekrakeel over de prijs, of een technocratische verhandeling over giststammen of receptuur, en meningen of de rating van Ratebeer nu wel of niet terecht is. Bier is ook lol. En tot de lolligste bieravonturen die ik heb beleefd, behoren die keren dat we naar Westvleteren reden om daar kratten te gaan halen. Eerst nog gewoon op de bonnefooi, later op afspraak. Heel vroeger nog in de oude In de Vrede, met half vergaan zeil op de bollende vloer, als een voetbalkantine uit de jaren ’70. Later in de nieuwe, tussen busladingen vol Belgische senioren die daar een pintje kwamen vatten voor bij de boterham met plattekaas.
Bier is niet het hoofddoel, bier is het middel. Het middel tot een reis naar een andere wereld. Een wereld verzonken in de vette Vlaamse klei van de Westhoek, vlakbij de Franse grens. Waar de geschiedenis voor het oprapen ligt (letterlijk – er worden nog altijd bommen en granaten uit WO I gevonden), waar de tijd anders loopt, waar op een kruising van twee wegen die van nergens naar nooit leiden een eenzame, verlaten kroeg staat. Of misschien is die kroeg wel nooit verlaten, en was het er altijd zo. Eén ding staat vast: het zal er altijd zo blijven. Een surreële desolatie, waar onder de grijzende luchten de sirenen der hop ijl maar onverbiddelijk lonken. Onderneem zélf die bedevaartstocht naar deze wereld met een vreemde maar fascinerende aantrekkingskracht, en blijf ver van het gejeremieer over prijzen en bonnetjes.
Dan nog dat argument “als ik het niet doe doet een ander het” van de bierwinkels. Tja. Zelfs op de kleuterschool is dat al een trieste tekst. “Ja maar juf hij deed het ook”. Het is van een ongekend treurig niveau dat volwassenen zich van deze motivatie bedienen. Het is wellicht de nieuwe tijd, net wat u zegt.
Op=op
En dan komt op een goede dag de zuidelijke supermarktketen Jan Linders met een folder uit waarin men de verkoop van Westvleteren flesjes aankondigt. Alleen op donderdag 8 maart 2018, alle varianten, €9,95 per flesje, maximaal twee per klant, op=op. Facebook ontploft.
Er zijn mensen die er schande van spreken dat Jan Linders de wens van de broeders niet respecteert. Er zijn ook mensen die vinden dat er net zo gezeurd moet worden: als het bier verkocht is, is het verkocht en dan mag er mee gebeuren wat de eigenaar wil. En er zijn mensen die de handelswijze van de paters zelf ter discussie stellen: ze schijnen het zelf ook niet zo nauw te nemen met die regel dat er alleen aan de poort voor eigen gebruik wordt verkocht. Maar onderbouwing blijft uit. Het komt niet verder dan ietwat geheimzinnige commentaren in de trant van “ik weet meer maar ik zeg niks” en “ik heb wel eens wat gezien”.
Ik heb Jan Linders zelf maar eens gevraagd hoe de vork nu in de steel zit. Maar veel krijg ik niet te horen. Het is: “voor deze week hebben wij éénmalig een aantal kratten kunnen inkopen om dit mogelijk te maken”, en dan: “afspraken met onze leverancier zijn vertrouwelijk”. Verder wordt er niet meer gereageerd.
De berichtgeving volgt een interessante ontwikkeling in die week. Eerst neemt een aantal bier-sites het marketingverhaal van Jan Linders over. Klakkeloos, zonder enige kritische vraag (bv. bierista.nl). Dan roert de abdij zich: men is er niet blij mee, op zijn zachtst gezegd (bv. standaard.be en nieuwsblad.be). En dan komt er een volkomen ongeloofwaardige reactie van Jan Linders (bv. 1limburg.nl en limburger.nl). Men heeft het over “goede intenties” en dat deze actie “vanuit respect voor alle trappistenbieren en zonder winstbejag is georganiseerd”. Het is van een tot nu toe niet vaak vertoonde stupiditeit. Alsof men niet weet hoe het bier van Westvleteren wordt verspreid. Alsof men niet weet van de voorwaarde die de abdij stelt. Neem je moeder in de maling, Jan Linders. Het handelen is juist uitermate respectloos.
Verward
Het moge duidelijk zijn hoe ik hierover denk. Deze actie van Jan Linders is beneden alle peil. Men wil simpelweg profiteren van de bekendheid en schaarste van het bier. Niet zozeer om er een paar treurige euro’s mee te verdienen (voor €9,95 zal de marge ten opzichte van de prijs op de zwarte markt niet groot zijn) maar vooral om er mee in het nieuws te komen en zichzelf als bierspeciaalsupermarkt te profileren. Waarom, waarom, waarom, kan men gewoon niet accepteren dat de abdij het bier produceert en distribueert zoals men dat wil? Wie heeft deze volkomen onzalige oprisping van een marketing-stagiair bij Jan Linders goedgekeurd en tot uitvoer gebracht? Hoe verward moet je zijn om te denken dat dit met “goede intenties” en “vanuit respect” is?
Dit keert als een boemerang terug in hun gezicht. Ik zal geen bier meer kopen bij de winkels van Jan Linders zolang men zich niet van deze actie distantieert en het op gepaste wijze goed maakt. Wat mij betreft kan Jan Linders radicaal worden geboycot om deze lage, respectloze en treurige actie. Het is een simpelweg najagen van een banaal commercieel belang over andermans rug.
Jan Linders is out, wat mij betreft.
Bel nu de biertelefoon van de St. Sixtus abdij, geef niet op, noem vol trots je kenteken, richt je stuur op de Westhoek, en creëer je eigen herinnering met het Westvleteren bier. En laat de naam “Jan Linders” snel wegebben tot een vage, nare echo uit het verleden, waar je even licht huiverend de schouders over ophaalt, maar snel vergeet als je je op weg begeeft naar een glanzende, zonnige biertoekomst waar geen plek is voor sneue charlatans en droogstoppelige kruideniers.