Sla je biervoorraad het liefst op in een omgeving uit het licht en bij een constante, koele temperatuur, niet te vochtig en niet te droog. Het meeste bier is het beste af als je het niet al te lang bewaart. Dat geldt met name voor bieren waarin de hop bepalend is voor het karakter van het bier. Het aroma gaat snel achteruit en daarom drink je hoppig bier, zoals IPA, het liefst zo vers mogelijk. Dat wil zeggen: zo kort mogelijk na de productiedatum. Het zou overigens een goed idee zijn om een productiedatum op het etiket te vermelden naast de wettelijk verplichte tht-datum. Dan weet je precies wat de leeftijd van je bier is. Sommige brouwers doen dat al, maar niet allemaal. Hoe dan ook, de houdbaarheidsdatum op een flesje of blik kan gerust genegeerd worden. Bier is ook na die datum te drinken, je wordt er niet ziek van. Het is wel zo dat de smaak verandert.
Bier in blik is een heel goed idee. Niet alleen voor pils van de super, maar ook voor andere bieren. Het is makkelijk transporteerbaar, breukvrij, volledig licht- en luchtdicht, milieuvriendelijk (goed recyclebaar) en snel te koelen. Eigenlijk alleen maar voordelen, en daarom zie je steeds vaker dat brouwers hun bier in blik stoppen. Dat zijn voornamelijk buitenlandse brouwers, maar ook in Nederland neemt de belangstelling van brouwers voor blik toe. Voor bliksmaak hoef je niet bang te zijn; bierblikjes zijn van binnen gecoat.
Bierflessen met kroonkurk worden het best rechtop bewaard; flessen met een (champagne)kurk het beste liggend. Zet ze geruime tijd voor gebruik weer rechtop, eventueel in de koeling. Het bezinksel verzamel je namelijk het liefst op de bodem zodat je bij het uitschenken op tijd kunt stoppen.
Het is interessant om met het bewaren van bier te experimenteren. Het trappistenbier van Orval is een klassiek voorbeeld van een bewaarbier. Sommigen zweren bij een Orval van 6 maanden oud, anderen moeten er niet aan denken om een flesje open te maken dat jonger is dan 2 jaar. Sommige café’s in België schenken Orval van drie, vier verschillende jaren. Met de jaren wordt het koolzuurgehalte minder, en maken de fijnere smaken plaats voor de intensere componenten. Hoe ouder de fles, hoe meer smaken eruit gehaald worden. Complex heet dat.
Er zijn mensen die partijen bier van 10 jaar of ouder kopen, gewoon om te kijken wat er met de smaak gebeurd is. De stijlen die het interessantst evolueren zijn geuzes (of andere zure bieren zoals Vlaams roodbruin) en stevige bieren zoals barley wines en stouts. Geuzes worden ronder en zachter. De donkerder stijlen worden vineuzer, stroperiger en intenser, wat associaties met port en sherry oproept. En verder houdt niemand je tegen om elk bier te laten liggen tot je het tijd vindt om het open te maken. De tht-datum is verplicht, dus er móet iets op staan, maar vertrouw gerust op je zintuigen. Gooi dus nooit een zomaar oud flesje weg. Maak het open, schenk het uit, ruik, proef en laat je verrassen. De gootsteen kan altijd nog.
De Nationale Bierbank maakt serieus werk van het bewaren van bier. In een fort van de Stelling van Amsterdam in het Noordhollandse Spijkerboor liggen vele flessen rustig te rijpen. Op een aantal dagen per jaar worden er proeverijen georganiseerd waarbij de oude flessen hun geheimen prijsgeven. Ook in Fort aan de Middenweg en Fort Everdingen worden bieren bewaard.