Ha, vakantie! We zetten koers naar Italië, zijn we al veel te lang niet geweest. En zoals de trouwe lezers van dit blog weten, gaat bij het noemen van dat land ons bierhart ook open. Andiamo!
Pils Pride
Geen betere manier om een vakantie in Italië te beginnen dan met een bierfestival. En wel met eentje die al lang op mijn verlanglijst stond: Pils Pride. Geheel gewijd aan de meest wijdverbreide bierstijl ter wereld. Georganiseerd door Birrificio Italiano, maker van het archetype van de ‘Italian pilsner’: Tipopils.
Editie 2023 is alweer de zeventiende (!) jaargang. Waar het op neerkomt: twee dagen lang worden er in de taproom van Birrificio Italiano in Lurago Marinone, een dorpje iets onder Como, louter craft pilsen getapt. Zesentwintig stuks, en afgezien van een Spaanse collab komen ze allemaal uit Italië. Dit jaar was er als extraatje een ‘Scandinavische hoek’ met vier bieren uit Denemarken en Zweden.
De taproom van Birrificio Italiano is een soort van dorpskroeg, en ook dit bierfeest is een lokaal gebeuren. Geen Untappd-tickers te zien, bier-t-shirts zijn schaars en alles tussen schuifelende oudjes en krijsende baby’s weet de weg te vinden naar het terras onder de kastanjebomen. Mister Tipopils himself, Agostino Arioli, komt ogen, oren en armen te kort om alle bekenden persoonlijk te begroeten en te voorzien van een glas-in-draagzak-voor-om-de-nek (typisch voor Italiaanse bierfestivals) en een handvol bierbonnetjes.
Iedereen wil wat van hem, iedereen praat tegen hem aan, dus doe ik mee en pak ik zonder enige gêne mijn kans voor een selfie. When in Italy, do as the Italians. Waarom precies weet ik niet, maar hij vraagt of we met het openbaar vervoer zijn gekomen en dat is ook zo (we overnachten in het even verderop gelegen Mozzate, waar we door buslijn C62 in luttele minuten naar Lurago Marinone zijn gebracht). Dat doet hem deugd – hij lacht, ik neem een selfie, en hup, weg is Agostino alweer.
Volgens de BJCP Style Guidelines kan ‘Italian pilsner’ worden aangeduid met de formule ‘German Pilsner + dry hopping’ – een pilsner met extra hoppig karakter verkregen uit het drooghoppen met nobele hoppen. Op Untappd staat een kort verhaal over de ontstaansgeschiedenis van de Tipopils, oftewel ‘een soort van pils’ zoals het bekende bier van Birrificio Italiano heet.
De stijl Italian pilsner kom je regelmatig tegen op internationale festivals. Tipopils doet al jaren zijn invloed gelden, tot aan Firestone Walker aan toe. In Nederland is de stijl nog nauwelijks bekend – ik ken alleen Walhalla’s Janus en Maximus’ Mockingbird als Nederlandse uitvoeringen van een Italian pilsner. (Maximus gebruikt de naam ‘Tipopils’ zelfs als stijlaanduiding – dan heb je het als brouwer toch wel gemaakt, als je merknaam een soortnaam is geworden. Al is het dan in Nederland.)
Met een onheilspellend donkere lucht in aantocht wordt het tijd om de bushalte op te zoeken. Snel maken we onze laatste bonnetjes op. Canediguerra Bohemian Pilsner. Alder Hering. Rurale Kellerpils. Legnone Testa di Malto. MC77 Crispy Boi. Het is genieten van wat ik als typisch Italiaanse benadering van bier beschouw. Je vindt ergens een inspiratie, je krijgt een bepaald idee of doel voor ogen, en je creëert iets wat er nog niet was, dat vervolgens weer voor anderen als inspiratie dient. Je bouwt voort op wat er al eens gemaakt is, en voegt daar iets eigens, iets betekenisvols aan toe. Zo komt de bierwereld vooruit. Zo komt de wereld vooruit.
Pisa
Lang leve de PisaMover! Het onbemande treintje rijdt tussen het vliegveld en centrale treinstation van Pisa, en doet onderweg een parkeerterrein aan waar we de auto neerzetten. Voor luttele euro’s parkeer je er (wij bleven een nachtje in Pisa) en kan de chauffeur met het treintje naar het centrum van Pisa. Medereizigers hoeven niet achter te blijven; zij kopen een los kaartje voor een euro. Veilig? In onze ervaring wel. Het ziet er nieuw en ruim uit, en er is personeel aanwezig. Een van de twee achter de balie grapt: “Ik kom dan wel uit Napels, maar ik beloof je dat je auto er morgen nog staat.”
Die overnachting hadden we niet nodig om de torre pendante te zien. Nee, we hadden een heuse kroegentocht in gedachten, en wel langs deze adressen.
L’Etrusca, Piazza Martiri della Libertà 18. Dit is een klein zaakje met een terras tussen de geparkeerde auto’s ingeklemd. Er is een beperkt assortiment (zes kranen en een handpomp, en een gevulde koelkast; men verkoopt dichte flessen om mee te nemen), maar wel lokaal. Ertegenover ligt een leuk parkje.
Scaccomalto, Via Santa Cecilia 15. Relatief grote, nieuwe zaak. Verzorgd interieur. Ook hier zes taps (waarvan er vijf worden ingenomen door bier van Mudita, wat in de buurt van Livorno wordt gemaakt) en een koelkast waar veel, maar niet alles uit te koop blijkt te zijn. Er is een keuken aanwezig, waardoor we konden genieten van een portie pulled pork nuggets. In de verzameling blikjes en flesjes langs de wand treffen we een Uiltje blik aan.
La Torre del Luppolo, Via Renato Fucini 13. Hoewel het binnen leeg is, wachten mensen op straat om plaats te kunnen nemen op een van de lege biervaten die voor de ingang tussen de geparkeerde auto’s zijn neergezet. Dit is behalve een bar tevens een winkel, maar het assortiment aan Italiaanse bieren is erg klein, mede omdat er ook veel Belgisch en Duits bier op de plankjes staat. De flessen zijn er overigens niet goedkoop.
Er zijn zes kranen. Baladin’s Xyauyù Fumè 2016 wordt per glas geserveerd, en wel in een ‘Baladin Spirits’ glas: een kleinere teku zonder steel. Als ik aan de barman vraag of ie die glazen verkoopt is het antwoord nee, maar krijg ik er een cadeau. Tante grazie!
Orzo Bruno, Via delle Case Dipinte 6/8. Een tent waar een blind paard geen schade kan aanrichten. Louter eigen bier van het type ‘geen gelul, doordrinken’. Idem dito voor wat betreft de geserveerde broodjes (wie panini’s zegt, is af). Zes taps en een handpomp, waar een bitter uitkomt. Perfecte muziek voor de oudere jongere (‘it’s police radio on spotify’). Deze aanwaaikroeg is precies de goede tent om een Pisa-pubcrawl mee te eindigen.
Cantina Errante
De bieren van brouwerij San Gimignano hadden we wel leren kennen tijdens onze inmiddels al bijna twintig jaar omspannende Toscane-reiscarrière. Maar de droom van eigenaar Stefano Botto was toch wel om spontaan vergiste, ‘wilde’ bieren te maken. Zijn inspiratie haalde hij uit de Belgische geuzes, die van Cantillon in het bijzonder, maar ook bij lokale, Toscaanse natuurwijnmakers.
Al zijn Cantina Errante bieren (de brouwerij/cantina staat vlakbij Poggibonsi, tussen Florence en Siena; er is ook een taproom even verderop in Colle di Val d’Elsa) zijn spontaan vergist, zonder tussenkomst van gist uit een zakje of pakje. Ofwel dankzij een nachtje in het koelschip, ofwel dankzij gist op de druivenschillen van zijn bier-wijnhybrides, ofwel dankzij de gisten in de vaten die hij met ‘perpetua’ aanduidt om aan te geven dat daar een microflora in huist die hij er graag bij heeft. Stefano gebruikt een solera-systeem, met zowel houten vaten als rvs-tanks.
Hij weet niet welke micro-organismen er allemaal precies een rol spelen in de vergisting, en hij wil het ook niet weten. Hij koestert die wonderlijke balans tussen wetenschap en kunst die bierbrouwen is. “We weten niet precies wat er gebeurt,” zegt hij, en dat is precies de aantrekkingskracht van het mysterie dat hij graag in stand houdt. Vandaar die woordspeligheid in de naam: ‘errante’ betekent in het Italiaans twee dingen. Allereerst ‘wandelen’ (San Gimignano ligt langs de pelgrimsroute Via Francigena, vandaar de pelgrim op het etiket) maar het betekent ook ‘fouten maken’ of ‘vergissen’. ‘Cantina’ is overigens Italiaans voor (wijn)kelder.
Aan hokjesdenken doet Stefano niet. De term ‘IGA’ (Italian Grape Ale) zegt hem niet zoveel. Natuurlijk is het goed om de klant een idee te geven van wat ie koopt, en dat kan door middel van een stijlaanduiding. “Maar als iemand in, bij wijze van spreken, Korea een IGA kan maken, wat is er dan nog Italian aan?” is zijn retorische vraag. Hij noemt zijn San Gimignano pale ale in Belgische stijl dan ook geen ‘Belgian pale ale’. Wat voor hem telt is dat alle ingrediënten van lokale herkomst zijn, en vers verwerkt worden. Hij kent alle producenten. Van graan tot hop tot fruit tot wijndruiven die ontsteeld worden en – geloof het of niet – met blote voeten tot pulp worden geplet voordat ze met het wort worden samengevoegd om te worden vergist.
In de taproom, tussen de vaten van Franse en Italiaanse makelij – veel van Ornellaia, de ‘super Tuscan’ uit Bolgheri – drinken we een glas Nontrebbio. Een ‘birra spontanea da cofermentazione con uva biodinamica Trebbiano’ lezen we op het etiket. Zelfs wanneer je geen Italiaans begrijpt, kun je wel met deze beschrijving uit de voeten (uva=druif). Het is een vriendelijk, stabiel, met beide op de voeten staand lichtvoetig bier. Ook op een veel te natte en koele dag als deze Hemelvaartsdag doet dit bier een mens goed.
De slogan van de brouwerij is ‘know your umwelt’. Deze multilinguale oproep wordt op het etiket verder toegelicht: ‘Every living organism, even a brewery, is immersed in its umwelt: an environment of relations of which some are perceptible and others unknown, but all incessantly transforming. We believe that the best way to explore our umwelt is to get lost within it, consciously. To discover by wandering. Cantina Errante is the track of our explorations among elements, processes and stories turned into fermentations.’
We wandelen graag nog even wat rond in de wereld van Cantina Errante, klaar voor het volgende happy little accident. Lees intussen hier meer over de ‘filosofia’ van de brouwerij.
Ja, het is fijn om weer in Italië te zijn.