Ze waren in een vloek en een zucht uitverkocht. Oververhitting in het bestelsysteem, gevolgd door rumoer en chaos rond de digitale dorpspomp. Zelfs tot buiten de Facebook-bierbubbel. Het moest dus wel wat bijzonders zijn, die nieuwe Hertog Jan Vatgerijpt serie. Het paradepaardje Grand Prestige was wederom een affaire aangegaan met de geuren en smaken uit verre landen, middels een logeerpartij in houten vaten uit oorden waar stevige drank wordt gestookt door mannen in rokken.
Whisky
Het was deze keer namelijk het de beurt aan Schotse whisky. In een ver verleden bezocht ik een whiskyfestival in Den Haag, en het eerste waar ik tegenaan liep was een smaakwiel. Een diagram dat uitlegde waar de verschillende whiskyregio’s in Schotland voor staan en hoe ze – grosso modo – qua signalement van elkaar verschilden. Het tweede waar ik tegenaan liep was een glas Ardbeg whisky. Ik dronk het leeg ook. Ik ben dat hele festival die smaak niet meer kwijt geraakt, maar ik had er wel een nieuwe liefhebberij bij. Whisky van Islay. Wat een kracht, wat een rijkheid, wat een smaak.
Grand Prestige
Hertog Jan Grand Prestige gaat zo mogelijk nog verder terug in mijn drankhistorie. Al in de jaren ’80 kwam bij ons thuis op feest- en hoogtijdagen wel eens een flesje ‘Arcener Grand Prestige’ op tafel. Met een soort van zilverfolie om de hals, en de belofte van ‘Neerlands Zwaarste Bier’ op het etiket. Het staat in het collectieve biergeheugen van Nederland gegrift – voor velen zal het de eerste kennismaking zijn geweest met ander bier dan het doorsnee supermarktpilsje. ‘Supertrappist’ is de naam die de goedlachse meesterbrouwer en Hertog Jan-boegbeeld Gerard van den Broek aan dit bier geeft. Gerstewijn, zeggen anderen. Imperial brown ale, heb ik ze in Amerika horen classificeren. We rekenen het allemaal goed. Zelfs de koosnaam ‘studentenspeciaalbier’, welke ik uit eigen waarneming kan onderschrijven. Eenmaal verslingerd aan de Grand Prestige laat die student het niet meer los. Over liefhebberijen voor het leven gesproken. De fanbase van Hertog Jan is trouwer dan die van Frans Bauer. En waarschijnlijk groter ook.
Vatrijping
Hoe mooi is het dan als de geliefde Grand Prestige wordt ingezet voor veelbelovende smaakexperimenten. Mooi, maar ook link. Want waarom zou je aan je topbier gaan rommelen als het al zo sterk aan een behoefte voldoet? Je hebt eigenlijk alleen maar wat te verliezen. Dus gingen Gerard en zijn team niet over één nacht ijs. Ze liepen stage bij Goose Island in Chicago, een brouwerij die al jarenlang aan vatrijping doet met haar Bourbon County Brand Stout. Want om dat experiment gaat het: een al uitvergist, ‘klaar’ bier een tijdje (pak ‘m beet driekwart jaar) in een vat onderbrengen waar andere drank in heeft gezeten, in de verwachting dat één plus één drie wordt. Kost: tijd, expertise en gedoe. Valkuilen: oxidatie, infectie, onbalans. Potentiële beloning: smaakverrijking.
Die reis naar Chicago was de aanloop naar de eerste editie Vatgerijpt in 2017, en zo zijn we in 2020 aanbeland bij jaargang nummer vier. Whisky dus. Niet op de gangbare manier, door gebruik te maken van de vaten van een specifieke distilleerderij, maar langs de lijnen van een onderverdeling in vier van die eerder aangehaalde regio’s: Islay, Speyside, Lowland en Highland. Misschien kwamen die vaten overigens wel van een specifieke distilleerderij, maar daar worden verder geen uitspraken over gedaan. Wie zin heeft in een potje Da Vinci Code in de huiskamer kan de verpakking naspeuren op geografische coördinaten en met Google maps kijken waar je uitkomt. Maar misschien is dat ook wel gewoon een dwaalspoor. Gerard houdt wel van een lolletje.
Enfin. Tijd om te ontkurken. Dat deden we met een groepje liefhebbers, want gedeelde vreugde is dubbele vreugde. Dit vonden we er van.
Highland
De whisky-kenner in ons midden bepaalde de volgorde: Highland en Lowland als eerste.
- Rozijnen, zoet
- Alcoholgeur en -smaak
- Zachter (dan Lowland)
- Lichte droptonen
Lowland
- Meer hout
- Scherper, pittiger (dan Highland)
- Niet helemaal harmoniërend, het effect van ‘whisky-infused’
Speyside
Je ruikt direct wat anders.
- Turf in de neus
- Rook in de neus en smaak
- Beste in balans tot nu toe
- Voller, meer body
- Wordt zoeter als het opwarmt
Islay
We waren zo verstandig om deze tot het laatst te bewaren. Deze keer wel.
- Nóg intensere turf dan de Speyside
- Medicinale karakter komt naar boven
- Laphroaig
- Teer in de geur
- Nú neem ik een stukje van de (bijgeleverde) droge rundworst – past perfect
Tot slot
Vatrijping is niets nieuws; het is moeilijk om een brouwerij te vinden die er niet aan doet. Grand Prestige is niets nieuws; dat was er al toen het woord ‘speciaalbier’ nog betekenis had. Waarom dan die enorme aandacht voor dit lopende project, aandacht die elk jaar groter lijkt te worden? Mijn theorie is als volgt.
Ik stipte het al aan: het merk, het pils Hertog Jan heeft een enorme fanbase. Daarmee biedt het ook een ingang voor mensen die eens wat verder willen kijken dan het pilsje. Want Hertog Jan maakt zo’n twee handen vol verschillende bieren en vanuit de merktrouw, het merkvertrouwen, durft menigeen de stap naar een dubbel, tripel of weizen wel te zetten. Da’s winst voor de bestendigheid van de biervariatie. Want eenmaal op dat pad, raak je er niet snel meer van af. Elke gewonnen ziel telt.
De Vatgerijpt serie doet hetzelfde. Hoeveel berichten ik niet voorbij heb zien komen met de strekking ‘dit is mijn eerste vatgerijpte bier’. Niet alleen van mensen vanuit de bierkant, maar ook mensen uit andere invalshoeken. De Hertog Jan Vatgerijpt serie brengt dus elk jaar nieuwe mensen in aanraking met het fenomeen van biervariatie. Net zoals de naturel Grand Prestige dat al sinds de jaren ’80 doet. Hertog Jan Vatgerijpt bewandelt het parallelle pad langs deze weg.
Dat het maar een lange weg mag zijn.