Gouden momenten beleef je met bier, hoor je wel eens zeggen. Afgelopen zaterdag was zo’n gouden moment. 24 karaats. Ronald Mengerink, brouwer van De Dochter van de Korenaar, presenteerde in klein comité zijn Maurice.
Maurice is een ‘outdoor lambik’. Een bier dat drie jaar onderweg is geweest. Wat zeg ik, meer dan veertig jaar. Naamgeving rond lambik en geuze blijft een dingetje, maar deze ode aan mentor Maurice Heyvaert zal op weinig gemor vanuit het Pajotse stuiten verwacht ik. De oude lambiekbrouwer hielp destijds de piepjonge Ronald op weg door zijn ervaringen – en bier – te delen. De twee hadden een goede band, en dat wil wat zeggen als je weet dat meneer Frank Boon himself ooit eens door de oude Heyvaert de deur is gewezen.
Het idee om ooit zelf eens een bier van spontane gisting te maken zit sindsdien in zijn hoofd. Een paar jaar geleden was de tijd rijp. De eerste batch werd gebrouwen, in het koelschip losgelaten en daarna in gebruikte houten vaten gelegd. Zoals ze dat in de Zennevallei plegen te doen. Een laatste flesje Heyvaert geuze er bij, als eerbetoon aan de oude mentor. In maart 2021 was ik bij Ronald op bezoek om dit verhaal op te tekenen voor Brouw! Magazine #14. Ruim drie jaar later staan we met een groepje liefhebbers rond de flessen Maurice, heffen het glas, en proosten op het resultaat.
Mals
‘Mals’, was het instemmende commentaar van de groep over dit bier. Een gouden gloed, funky in de neus, droog, zacht, toefje hout, randje tannine. Soepel in omgang, een aangename kennismaking met geuze voor hen die daar nog even aan moeten wennen. Onder een afdak buiten de brouwerij werd het wort bezwangerd door Belgische én Nederlandse gisten uit de blote buitenlucht. We zijn immers in Baarle-Hertog, waar je op straat kunt hinkstapspringen over de talloze grenslijnen.
Ronald stak zijn geuze met twee- en driejarige lambiek. Het etiket meldt abusievelijk eenjarige, maar hij wist niet of dat teveel koolzuur zou opleveren en koos derhalve voor oudere lambiek. Het koolzuurniveau in de Maurice is nu wat het moet zijn, van Ronald mag ie nog wel wat meer zuur hebben.
Puur
Het is geen geheim dat ik een groot fan ben van DvdK. Deze brouwerij, deze brouwer, is volkomen authentiek. Volkomen. “Ik doe alles zelf,” was Ronald’s antwoord op de vraag of bij het het versnijden van de inhoud van de vaten nog enige hulp had gehad. Ronald is een van de meest pure brouwers die ik ken. Volkomen vrij van clichés, totaal compromisloos in zijn aanpak, compleet in contact met de materie.
Enfin, het bleef nog lang gezellig langs de Oordeelsestraat. Er waren toastjes met cottage cheese. Kaas met DvdK bier. Ronald’s eigen ham. Er was ‘no-bake cake’ van maestro Derek Walsh, waar we nog meer van gaan horen. Er gingen diverse andere flessen open, waaronder een van de eerste flessen van Boerenerf Eylenbosch, en een fles ‘originele’ Eylenbosch van minstens veertig jaar oud. Althans, het vermoeden is daar, want fles noch kurk gaven enige informatie prijs. Het maakte wel op overtuigende wijze duidelijk dat geuze echt zo lang bewaard kan worden. Dat bewaarpotentieel wordt ook Maurice toegedicht. De eerste batch is al praktisch helemaal verkocht. Rep je dus naar de winkel; op 1 juli gaat ie in de verkoop.
Dit wil je.