Waarom Pint bestaansrecht heeft (maar wel anders)

De geluiden worden sterker en sterker. “Hef Pint maar op. Is ingehaald door de tijd. Heeft het doel behaald. Dooie boel. Ten onder aan het eigen succes.”
Maar ik vind niet dat Pint moet worden opgeheven. Ik vind dat Pint moet blijven. En wel hierom.

In 1980 wordt Pint opgericht met, zoals te lezen valt in de eerste Pint Nieuws, “het objectief informeren van de consument” als eerste doelstelling. (Eerder schreef ik over de prille Pint dagen aan de hand van die eerste Pint Nieuws uitgave.) Net als elders wilde men ander bier, beter bier. Het Engelse CAMRA, uit 1971, was inspiratiebron en sponsor van de nieuwe Nederlandse vereniging. De enige strohalm die er op dat moment was, bockbier, werd door Pint gretig omarmd: het jaarlijkse bockbierfestival werd het uithangbord van de organisatie. De sterke regionaal georiënteerde vereniging organiseerde talloze proeverijen, brouwerijbezoeken en festivals. Heel veel mensen maakten dankzij Pint kennis met biervariatie, die nu vanzelfsprekend is maar ooit serieuze moeite kostte om te vinden. De Gouden Pint werd een prestigieuze prijs voor hen die zich op een positieve manier onderscheidden in de Nederlandse bierwereld. Pint magazine was lange tijd het enige periodiek dat zich specifiek met bier bezighield. Als je door een stapel oude Pint magazines bladert, wordt pas duidelijk hoe ongelooflijk veel er is gedaan in al die jaren.

Fast forward naar het najaar van 2019. In een zaaltje in het centrum van Utrecht wordt gebrainstormd. Want Pint is in nood. Het ledental loopt terug, de eens zo fiere op vrijwilligers gebaseerde regionale organisatie brokkelt af, het bockbierfestival is een etterende splijtzwam geworden, en Pint magazine is vaker dan men lief is onderwerp van hoon op wat de social media wordt genoemd. Groeperingen op diezelfde social media, onnoemelijke aantallen bierfestivals en moderne, frisse magazines lijken Pint links en rechts in te halen. Hoe moet het verder? Moet het wel verder? Oudgedienden en frisse blikken komen samen in een poging om deze vragen op een gestructureerde manier te beantwoorden. Dat blijkt knap lastig. Als aan alles een gebrek lijkt te zijn, is uitzicht op een betere toekomst ver weg.

Dolend in die mist van de misere is het makkelijk om het bijltje er bij neer te gooien. Klaar, over, uit. Mooi geweest. We nemen nog één keer de hoed af voor de moegestredenen en dat was het dan. Maar ik denk dat dat jammer is, en ook niet nodig is. Want juist in een tijd dat biervariatie een normale zaak aan het worden is, is de behoefte aan een consumentenvereniging groot. Er zijn immers meer bierconsumenten, meer brouwerijen en meer andere partijen die op de een of andere manier iets met bier van doen hebben. En dus dienen de belangen van de bierconsument meer dan ooit behartigd te worden. Juist nu het speelveld steeds drukker en ingewikkelder wordt, is het zaak je niet onder de voet te laten lopen.

Een consumentenvereniging voor bier dus. Tamelijk uniek volgens mij; ik ken geen ander voedingsmiddel dat een eigen consumentenvereniging kent. Eigenlijk wel iets om content mee te zijn, als beer geek, bierliefhebber of onbezorgde kantelaar. Sjiek, wel. Hoe dan ook, zo’n vereniging kan best Pint zijn. Want Pint heeft een lange historie, er is veel kennis en ervaring aanwezig in de organisatie en heeft nog altijd een ledenbestand van zo’n 4500. Geen slecht startpunt. Maar wat zou zo’n club dan moeten doen? En hoe? Mijn twee centen.

  • Het doel van de organisatie is: het bestendigen van de biervariatie, en die waar mogelijk uit te breiden. Onder biervariatie wordt verstaan een breed aanbod van verschillende bierstijlen/-typen/-soorten, dat ruim en eenvoudig verkrijgbaar is, van verschillende leveranciers, van een betrouwbare kwaliteit, en voor een faire prijs. Verschillende prijsklassen zijn prima. Wat er onder kwaliteit wordt verstaan, lezen we in de definitie die Pint gaat maken (dat zal vast iets zeggen over afwezigheid van fouten, consistentie in smaak voor zover van toepassing op de stijl, en getrouw aan wat er op het – informatierijke – label staat).
  • De doelgroep is: de consument. Niet de brouwer, niet de groothandel, niet de tussenhandel, niet de horeca. Alle activiteiten zijn er op gericht op de belangen van de consument te bewaken, de consument te informeren en de consument te horen.
  • De focus is: landelijk, niet regionaal.
  • Wat het niet moet zijn: een kopie of concurrent van dat wat er al is. Zoek de sweet spot van consumentenbelangen die nog niet worden behartigd. Wordt geen tweede Stibon, Bierista of Abt. Hou het lean & mean. Verbind dat wat er al is. Er is genoeg laaghangend fruit.
  • Voorbeelden zijn:
    Recensies/tests van taprooms, boeken, biercursussen, bier-vriendelijke restaurants etc. ja, persberichten 1 op 1 doorzetten nee.
    IJveren voor een botteldatum op flessen ja, festivalagenda bijhouden nee.
    Feiten over bier & gezondheid ja, een club voor hobbybrouwers nee.
    Kritisch volgen en becommentariëren van ontwikkelingen in de biermarkt ja, tips voor food pairing nee.
    Gouden Pint ja, horeca-label nee.
    Structurele communicatie met brouwers ja, gezelligheidsvereniging nee.
    Heldere positie rondom het thema huurbrouwen ja, een zoveelste app nee.
    Verbinding met horeca-opleiding zoeken ja, excursies organiseren nee.
  • Het Pint magazine is: zo aantrekkelijk dat dat je alleen daarom al lid wordt. In dit blad communiceert de vereniging resultaten van de activiteiten (zie de lijst hierboven) in combinatie met een wat ‘gezelliger’ inhoudelijke kant (brouwerijbezoeken, bierreizen, trends etc). De krachten bundelen met een huidig bestaand blad is zeker een optie, want een blad in de lucht houden is niet eenvoudig. Zowel redactioneel als financieel. Drie edities per jaar is voldoende.
  • Commerciële activiteiten zijn: niet bij voorbaat uitgesloten. Er moet immers geld in het laatje komen. Het is wel een heikel punt want a) dient de onafhankelijkheid niet in het geding te komen en b) is het niet evident om geld te verdienen met bierige activiteiten. Boeken verkopen? Eigen bierglazen ontwikkelen? Festivals organiseren? Mwah.

(Al dit bovenstaande hoeft niet per se in een verenigingsverband te gebeuren. De bekendste Facebook bierclub, Beer Geeks, onderneemt initiatieven in een razend tempo. Goede doelen, podcasts, merchandise… helemaal van deze tijd. De organisatiegraad is losjes – voor zover überhaupt aanwezig – en laat zien dat het aan de wil om je eigen tijd aan een zaak voor het algemeen nut te besteden nog volop bestaat. Er is een belangrijk verschil tussen een club als Beer Geeks en een vereniging met een oprichtingsakte, statuten en een ledenvergadering: die laatste heeft een bestuur dat verantwoording aflegt aan haar leden over het gevoerde beleid, de activiteiten, de besteding van de penningen en de uitgedragen standpunten.)

Goed, Pint 2.0 dus. Maar hoe gaan we dat dan allemaal doen? Mensen gaan tegenwoordig niet makkelijk een langetermijnverplichting aan op vrijwilligersbasis. Vrijblijvendheid is de norm, en met dat feit komt je tot de conclusie dat je naar een betaald operationeel kernteam moet. Drie personen, parttime, voor een redelijk uurtarief. Freelancers dus. Het hoeft geen hoofdprijs te zijn – je zoekt ook mensen die het willen doen uit betrokkenheid. Maar ook bij hen moet de schoorsteen roken. Bij de uitvoering kan dat kernteam rekenen op een groep vrijwilligers die zich voor specifieke activiteiten willen inzetten, voor alleen een onkostenvergoeding en een consumptiebon. Die zijn nu ook te vinden, dus dat moet lukken. Het (onbezoldigde) bestuur bestuurt, het kernteam doet. Stel dat dat inclusief het magazine een ton per jaar kost (20k per kernteamlid, 20k magazine, 10k vaste onkosten, 10k diversen), dan moet dat passen binnen het contributie-sommetje van 4000 leden x 25 euro per jaar. (De cijfers voor de landelijke activiteiten over 2019 liggen in dezelfde ordegrootte.)

De afbeelding bij dit artikel is een foto van de post zoals die onlangs op mijn deurmat plofte. Links een verse Pint magazine, rechts een folder van een groothandel met de bieraanbieding van de week. Zolang bier voor 98% van Nederland nog synoniem is met kratjespils, is er nog werk te doen.

Tot zover de dagdromerij. Duizend-en-een vragen niet beantwoord, vele haken en ogen niet omzeild, om over de voetangels en klemmen maar te zwijgen. Maar als Pint 2.0 er komt, dan word ik lid.

Reacties zijn gesloten.