Later is allang begonnen

Op de kop af twee jaar geleden schreef ik een post onder de titel Quo Vadis?. Het bevat mijn kijk op de toestand in bierland aan de hand van een aantal specifieke onderwerpen, samengevat in een rapportcijfer. Het is zo zoetjesaan tijd voor een update, met dezelfde onderwerpen, en ook nu weer met een rapportcijfer. Want wat twee jaar geleden ‘later’ was, is inmiddels al begonnen.

Misschien is het een aardig idee om eerst het oude artikel te lezen, en dan deze update.

Variatie

Mijn mantra is: bestendigheid der biervariatie. Daar gaat het om. Biervariatie normaal maken, want het is voor veel mensen nog veel te vaak speciaal.

Op dit punt vrees ik te moeten constateren dat we hebben stilgestaan. Tuurlijk, kijkend naar het begrip variatie in de betekenis van ‘veel verschillende stijlen’ hebben we nu ook Nederlandse NEIPA’s, grape ales en pastry stouts. En over een jaar komen er vast pastry sours uit de Hollandse brouwketels. De belangstelling voor lagers lijkt nog niet op zijn retour. Goed bezig zijn we. Maar dat doet niet veel voor de bestendigheid der biervariatie.

De wat overspannen toestand van telkens weer nieuwe bieren uitbrengen, zonder te focussen op een herkenbaar assortiment dat ook voor mensen van buiten de bierbubbel aansprekend is, is nog altijd volop aanwezig. (Zie ook mijn recente blog-bijdrage op de site van Stichting Erfgoed Nederlandse Biercultuur.) En dat is dus nog steeds een bedreiging voor de bestendigheid van de variatie op lange termijn. Want: het voedt de gedachte dat biervariatie een hype is, en dus van voorbijgaande aard. Bestendigheid groeit als meer mensen zich realiseren dat er een keuze in bier is, en dan die keuze ook maken. Hoe meer die variatie herkenbaar is, en niet alleen als een leuke hobby voor freaks of nerds wordt gezien, hoe vaker die keuze wordt gemaakt.

Bestendige biervariatie is volgens mij: voetbalkantines en dorpshuizen die de keuze bieden uit een handvol bieren, kookclubs in Nederland die ook bier aanraden bij de culinaire creaties in plaats van altijd maar wijn, verjaardagsfeestjes bij de buren die opgeluisterd worden met een tapvaatje IPA, mainstream restaurants met een serieuze bierkaart (en dus niet zo’n geplastificeerd lor van de grootbrouwer, maar een Eigen Keuze) en horecapersoneel met een basiskennis bier (en dus vraagt ‘wat voor bier?’, als iemand vraagt ’twee bier alstublieft’). Maak variatie normaal, door bijvoorbeeld de keuze in ‘gewoon’ bier uit te breiden met een amber lager, een ‘Hollandse IPA’ en een friszuur fruitbier. Stijlen die iedere brouwer maakt, en dus altijd en overal te vinden zijn, en dus voor iedereen herkenbaar zullen worden. De rood, wit en rosé van bierland. Variatie, verheft u!

Lichtpuntje: de toegenomen variatie in smakelijke alcoholvrije bieren. Dat is echte innovatie, en een blijvertje. Het spreekt ook de wereld buiten de bubbel aan, en dat is belangrijk voor de normalisering van biervariatie. Want die alcoholvrije bieren zijn er lang niet alleen meer in een pils-uitvoering. Ondanks de stilstand in zijn algemeenheid op dit punt, en dus achteruitgang, is dit aspect van positieve invloed op het eindoordeel. Dus vooruit, een gulle voldoende.

Overigens ben ik van mening dat het woord ‘speciaalbier‘ vernietigd moet worden.

Cijfer: 6+ (was 6-)

Aantal brouwerijen

Ook hier is eigenlijk niets veranderd. Het aantal brouwerijen groeit nog steeds, al is de afvlakking duidelijk te zien. Zie hiertoe de grafiek van de onvolprezen Stichting Erfgoed Nederlandse Biercultuur.

Wie zijn dat eigenlijk, de mensen die nu nog brouwerijen beginnen? Ik zal eerlijk bekennen dat ik er geen onderzoek naar heb gedaan. Maar volgens mij zie ik toch vooral horeca-‘concepten’. Mensen en bedrijven die wat centjes te besteden hebben en denken dat een leuke horecagelegenheid met een eigen brouwerij(tje) wel een geinig idee is. Probleem? Welnee, gaaf toch. Juist goed voor de variatie en het lokale aspect. Op elke hoek van de straat een brouwerij! Daarnaast zie ik brouwerijen die zich specialiseren en een duidelijk onderscheidend kenmerk hebben.

Het debat over huurbrouwers houdt maar niet op. Het grotere belang is de vergroting van het aandeel gevarieerd bier in de totale bierconsumptie in Nederland, uit welke ketels dan ook. maar de blik lijkt toch vaak naar binnen gericht in plaats van op de grote wijde wereld die te veroveren valt. Schaarse tijd en energie kan wat mij betreft beter worden gestoken in het jezelf onderscheiden van de concurrenten, dan met boe te roepen naar huurbrouwers. Overigens blijven de verhuurders altijd buiten beeld in de discussies, om de een of andere reden. Enfin, ik heb over dit onderwerp al vaker mijn mening laten horen. En echt, de consument interesseert dit hele onderwerp geen ene mallemoer. Ze snappen het punt niet eens.

Minpunten dus. Oja, de vorige keer zei ik dat 700 brouwerijen veel te veel is. We hebben er nu meer dan 800. Ik schat dat het over vijf jaar zo’n 400 zal zijn. Als we dan weten te voorkomen dat er berichten in de krant komen met koppen als ‘bierhype stort in’, dan is dat weliswaar niet ‘op elke hoek van de straat een brouwerij’ maar misschien ook helemaal niet erg. Want diegenen die overblijven hebben dus het grootste bestaansrecht, en halen de branche verder uit de ‘het-is-een-uit-de-hand-gelopen-hobby’ sfeer.

Cijfer: 6 (was 7-)

Bierberichten

Hier is de situatie ronduit verslechterd. Bier blijft een curiositeit in mainstream media. Concreet voorbeeld dichtbij huis is natuurlijk het schrappen van de bierpagina in Volkskrant Magazine, na bijna vijf jaar regelmatige verschijning. Blij ben ik met de aandacht die bier in het gastronomisch magazine Bouillon ten deel valt. “Het duurde best lang voordat de gloedvolle verhalen van bierschrijvers ons opvielen”, aldus de redactie, en dat zijn toch evengoed opbeurende woorden.

Bier komt wel eens langs als onderwerp, maar dat is vooral per ongeluk. In een artikelreeks over dranken bijvoorbeeld. Of als de restaurant-recensent van dienst toevallig op een fles bier stuit in het etablissement van de week. Nee, ik hoor het meer: bier krijgt gewoon nauwelijks een poot aan de grond bij supermarktblaadjes, kooktijdschriften, kranten en uitgeverijen. Lichtpuntje: er komt dit jaar wel weer een Hop van Albert Heijn, na een jaar te hebben overgeslagen.

Cijfer: 5 (was 6-)

Logistiek

Steeds meer bier zit in blik. En dat is fijn. Laat de discussies over milieu-aspecten maar even waar ze zitten: in de borrelpraathoek. Duidelijkheid is er gewoon niet over te verkrijgen. Voor mij zit de winst van blik ‘m in het superieure gebruiksgemak. Bier is laagdrempelig, alledaags, ongecompliceerd, ontspannend. Blikjes horen daar bij. Of het statiegeldverhaal daar afbreuk aan gaat doen, en dat zou zomaar kunnen, moeten we maar even afwachten. Ook hierover is nog te veel onduidelijk.

Losse observaties:

  • Volgens mij zijn we zo zoetjesaan af aan het raken van die categorieën in de supermarkt. Je weet wel, ‘fris en fruitig’ of ‘zwaar en robuust’. Dat is op zich goed nieuws, want de aberraties die dat soort systemen met zich meebrachten waren niet mals.
  • Ik zie veel brouwerijen zelf een online bestelmogelijkheid bieden. Da’s handig, zeker als dat aantrekkelijker is dan via de gewone retail. Met name op het punt van verzendkosten, als snap ik ook dat die de pan uitrijzen tegenwoordig. Misschien kan ‘lokaal’ goedkoper worden verstuurd dan ‘landelijk’. En: als brouwerij heb je bij uitstek de kans om het aanbod wat uitgebreider of exclusiever te maken dan in de doorsnee winkel.
  • Beerwulf, toch lang de leider in online bierverkoop, lijkt een andere weg te zijn ingeslagen. De focus ligt op pakketten, thuistaps en een steeds kariger wordend assortiment.
  • Er zijn nog geen Nederlandse equivalenten van Het Bierparadijs of De Caigny. Een oerlelijke hal aan de rand van het dorp met een grote parkeerplaats, waar je met je winkelwagen door een duizelingwekkend aanbod kan sjezen. Het bestaat niet in Nederland. En dat verbaast me wel.

Al met al een zuinige vooruitgang.

Cijfer: 6 (was 5)

Kwaliteit

Hier hebben we eigenlijk niet zo veel meer te klagen. Echte misperen komen niet vaak meer voor, of worden zodanig lokaal gehouden dat er geen grote groepen consumenten door worden ontriefd. Wel denk je bij sommige bieren: why? Lieve mensen, niet elke oprisping van de marketing-afdeling hoeft ook te worden gerealiseerd.

Op het aspect van originaliteit danwel authenticiteit, wat je ook als een kwaliteit zou kunnen opvatten, is het allemaal niet veel beter geworden. We doen eigenlijk alleen andere landen na, klampen ons elk jaar weer vast aan de hoorns van de bok, en blijven zo een marginale speler op het internationale biertoneel. Maarja, wereldkampioen voetbal zullen we ook nooit worden. Hoeft ook niet. We zouden ons geen raad weten.

Cijfer: 8,5 (was 8+)

Consumenten united

Als ik het stukje van twee jaar geleden herlees, dan rest er maar één conclusie: er is helemaal niets veranderd.

PINT is nog steeds bezig zichzelf opnieuw te vinden, en hopelijk lukt dat de komende tijd nu echt. Het scenario dat gekozen is door de leden, incluis de zogenaamde amendementen, is niet bepaald progressief te noemen. Het alternatief dat ter keuze werd aangeboden trouwens ook niet. Wel wordt het magazine opnieuw uitgevonden, en dat is een wijs besluit.

Beer Geeks is een vrij podium, zonder doel, richting, structuur en regulering. Het is er prima en gezellig, zonder de ambitie een stem voor en door consumenten te willen zijn.

Cijfer: 7- (was 7-)

Big Beer

Duidelijke ommekeer hier. Bij elke overname werd het boegeroep minder, totdat er bij de laatste vrijage, die tussen Noordt en Heineken, zelfs ronduit gejuich opging. CRAFT en Nederlandse Brouwers zoeken toenadering, Heineken is niet meer evil, AB Inbev nog wel een beetje (veel), Swinkels is gewoon keigezellig. We zoeken meer naar de overeenkomsten dan de verschillen.

De afgelopen twee jaar was niet bepaald het toneel van een bloedbad aan overnames. Heineken klopte aan de deur bij Oedipus, Texelse en Noordt. En de stropdassen van Swinkels lijfde de ex-krakers van Bier&cO in. Dat was het, if memory serves, wel zo’n beetje. Oja, en de introductie van Bud. We zouden het bijna vergeten, net als het bier zelf. Nu komt Birra Moretti er aan. Gaap.

Stilte voor de storm of blijven we ook in de komende jaren ruim voorzien van voldoende variatie? Dat laatste, daar ben ik van overtuigd. Waarom? Omdat de bierwereld er zelf bij is. Tenminste, als het de aandacht richt op de wereld buiten de huidige bubbel. Zie mijn eerste punt.

Cijfer: 8- (was 7+)

Conclusie

Een plusje hier, een minnetje daar. Het gemiddelde rapportcijfer is driekwart punt vooruit gegaan. Het kabbelt voort, mijn conclusie van twee jaar geleden blijft rustig overeind. Het meest positieve is wel dat we weer twee jaar aanwezigheid van biervariatie achter de rug hebben, en dus zijn er steeds meer mensen voor wie het normaal is. Ja, corona dempt dat effect, maar hoe langer het aanhoudt hoe minder snel het weg zal gaan. Daarom: moedig voorwaarts, richting het onontgonnen terrein. Leer, inspireer, informeer, communiceer naar hen die nog niet zijn aangestoken door het heilige biervuur. De wereld is groot, vol met te bekeren gebied.

Reacties zijn gesloten.